Klik op de kleine foto's voor meer detail
|
 

|
Zondag reisdag Veldhoven-Canazei
Met een niet al te verse Peugeot 106 Ralley gaat de rit
richting de Dolomieten. De Peugeot zal worden ingeruild
voor een snellere Gifkar, een Subaru Impreza met flink
meer PKs. Het is dus tijd om de 106 flink af te raggen.
De 106 heeft echter te kampen met wat
vermoeidheidsprobleempjes aan het eind van zijn
levensduur. De remmen lopen aan en in de achterband zit
een haarscheurtje. Gelukkig heb je in de bergen je remmen
nauwelijks nodig en zullen de banden in de bochten ook
niet op de proef worden gesteld...
Zonder problemen komen we in Canazei om 20:30 aan, waar
we een hotel opzoeken omdat het te laat is om nog op een
camping te komen. De dag sluiten we af met een "niet
al te lekkere" pizza van het plaatselijke restaurant
Laurin.
Maandag Canazei- Marmolada - Pordoi - Canazei 75
km (2100 meter)
's Ochtends staan we op om een beetje de Giro na te doen,
die daar de vorige dag is langsgeweest. De dranghekken
staan er nog. We beginnen met de Marmolada (oftwel de
Fedaia) van de makkelijke kant. Onderweg komen we een
paar racefietsers tegen. Na een vijftiental kilometers
staan we op de top van de de Marmolada. Het uitzicht op
de Marmolada Gletsjer is prachtig. De Marmolada hebben we
echter niet beklommen voor het uitzicht, maar wel voor de
fantastisch snelle afdaling. Na de steile
haarspeldbochten kunnen we op het rechte stuk van 15% de
maximum snelheid uittesten. Helaas waait het wat en
blijft mijn teller steken op 85,2 km per uur. In het
dorpje Palue besluiten we nog het smalle
eenrichtingsverkeer weggetje door de kloof te volgen. Na
wat spectaculaire kilometers komt deze weg weer bij de
hoofdweg uit, waar we de afdaling weer vervolgen.
Een lunchende familie biedt mij een glas wijn aan, die ik
wijselijk afsla.
De klim vanaf Rocca Pietore naar Pieve met een
hoogteverschil van 460 meter in 6 kilometer valt erg
tegen. Met name een hongerige maag maakt de klim lastig.
In Pieve vallen we een restaurant binnen en vullen onze
lege magen met een warme soep en een bord spaghetti.
Tijdens deze pauze valt de regen met bakken uit de hemel.
Als het droog is bestijgen/beliggen we weer onze fietsen.
Als toetje krijgen we vandaag de Pordoi, vanaf de
oostkant een prachtige col langs het Sella massief met
veel haarspeldbochten.
Op de top heeft Johan weer een half uurtje moeten
wachten. De Blue Glide is nog steeds geen berggeit. Met
een gemiddelde snelheid van zeven kilometer per uur
krijgt de ligfiets al snel de benaming 7-Up.
Na een rustige afdaling eindigen we in Canazei, waar we
de fietsen in de auto laden op zoek naar een camping.
De camping van Alleghe kunnen we in eerste instantie niet
vinden, terwijl ik me hem nog wel herinner dat we er zes
jaar geleden langs hebben gefietst. Als we terugrijden
blijkt dat de camping gesloten is. Het toeristenseizoen
is nog niet begonnen. De camping in Falcade ziet er ook
niet echt aantrekkelijk uit, zeker niet als het met
blijft regenen. Van pure ellende zoeken we een Zimmer
Frei op in Avoscan. We zijn de enige gasten van dit leuke
pension, waar de baas een groot parkieten liefhebber is.
De parkieten vliegen door de zaal. 's Avonds we twijfelen
even of we niet wat gevogelte willen hebben, maar kiezen
toch maar voor een lekkere biefstuk.
|
 
|
Dinsdag Avoscan - Passo Duran- Staulanza -
Avoscan 73 km (1828 meter)
We beginnen met een vlak stuk tot Agordo. Vanaf daar
begint de Passo Duran met behoorlijk stevige
stijgingspercentages. Aan de voet staat dat de col
gesloten is maar we beginnen toch met de klim. Het smalle
weggetje kronkelt en stijgt onregelmatig. Het is rustig
want slechts enkele auto's wagen de tocht naar de top.
Na 13 kilometer en 990 hoogtemeters bereiken we de top.
De afdaling is smal, steil en verradelijk. Lange tijd
volg ik een motor in de afdaling tot aan Villa. In Villa
begint het te regenen en besluiten we wederom de
wachttijd te veraangenamen met een maaltijd. De ligfiets
krijgt weer veel bekijks van de plaatselijke bevolking.
Nadat het droog is geworden starten we met de Staulanza
pas. Deze is niet zwaar en het bewolkte weer maakt het
uitzicht niet mooier op. Halverwege begint het te
zachtjes mot te regenen. Na 1773 meter heeft de klim er
genoeg van. De afdaling tot Caprile verloopt zoals altijd
snel. Daar wacht ik tot Johan ook is afgedaald en wederom
krijgt mijn fiets bekijks. Het wegdek is nog vochtig van
de vele regen die vandaag is gevallen. De laatste
kilometers gaan bergaf richting het pension. Maar in een
haarspeldbocht naar links vlak voor Avoscan gaat het mis.
Mijn achterwiel slipt weg op een oliespoor en ik schuif
enkele meters over de weg. De fiets heeft niets, mijn
jas, broek en fleecetrui zijn beschadigd en ik houd er
een aantal schaafwonden aan over op de enkel, heup en de
elleboog. Altijd vervelend zo'n valpartij, maar gelukkig
gebeurde het niet met 80 km per uur.
We laden de fietsen in de auto en rijden via de zeer
toepasselijke Passo de "Valles" naar Bolzano.
In Bolzano vinden we na een tijdje zoeken de camping even
ten westen van Bolzano. De avond besluiten we in een
restaurant met zeeduivel met zeer behulpzame bediening.
De wijn mogen we absoluut niet zelf inschenken. Twee
obers zijn druk bezig om de gasten in de watten te
leggen. De prijs is er dan ook wel naar, maar het eten is
voortreffelijk.
|
 
|
Woensdag Bolzano- Passo di Nigra 87 km (1900
meter)
De dag begint mooi. We besluiten om even Bolzano de
steilste klim van de Dolomieten proberen te beklimmen, de
Rafensteinerbergstrasse. De klim is gemiddeld 21% over de
eerste 2,6km. Een klim met stijgingspercentages van meer
dan 30% blijkt echter te veel van het goede. Na twee
bochten sta ik stil. Johan is al eerder afgehaakt. We
duwen en slepen de fietsen omhoog. Dit straatje is echt
te steil om te fietsen en eigenlijk ook te steil om te
lopen. Na een uurtje zweten staan we bij de ruïne van
Rafenstein. We lunchen in de warme zon.
Na een steile afdaling langs een aantal tunnels over de
normale weg fietsen we dwars door Bolzano naar Prato all
Isarco. Op het terrasje aldaar begint het te regenen. We
schuilen tot de regen is opgehouden en starten dan met de
Passo di Nigra. Het smalle weggetje volgt het dal van de
Tires. Even voorbij Breien gaat de weg steil omhoog en
stijgt met percentages tot 24%. Vooral de laatste
kilometer voordat de oude weg weer bij de nieuwe weg
aansluit is moordend steil. We maken een praatje met een
tegemoetkomende Duitse fietser. Hij is in Toblach gestart
en via de Pordoi nu aan zijn laatste etappe bezig.
Vanavond neemt hij de trein terug naar huis.
We overtuigen hem om de oude steile weg te nemen, en al
juichend daalt hij via de steile weg af. Wij vervolgen
onze weg naar de Passo de Nigra. Even na Tires hebben we
een prachtig uitzicht op de Rosengarten gruppe. De
laatste kilometers naar de top verlopen door het bos met
af en toe weergaloze uitzichten op de rotsklompen en in
de verte besneeuwde pieken van de Italiaanse Alpen.
De lange afdaling volgt het mooie Eggental, door een
smalle kloof. In Bolzano fietsen we dwars door de
binnenstad. De fiets trekt uiteraard veel bekijks.
Bolzano is een mooie levendige stad. 's Avonds eten we
een niet bijzondere maaltijd in een stad bij Da Abramo,
een van de weinige restaurants die open is. Het is zeker
geen aanrader.
|
 |
Donderdag Bolzano - Penser Joch, Jaufenpass
152 km (3100 meter)
De Penserjoch start direct in Bolzano. Via een vijftien
tal tunnels kruipt de weg door Sarntal. De tunnels zijn
niet al te lang en het verkeer is nog niet op gang
gekomen. Na een lunch in Astfeld fietsen we langzaam door
het steeds woester wordende Penser tal. Na Weissenbach
worden de laatste 900 hoogtemeters overbrugd. Bovenop de
col (2215 meter) is het druk met vele motorrijders. Na
een korte rustpauze en het vullen van de bidons dalen we
af naar Sterzing. In de bochtige afdaling blijft de
snelheid beperkt. Dichte bossages maken de weg
onoverzichtelijk en op de steilste stukken ontmoeten we
enkele omhoog ploeterende fietsers. In het dal komt Johan
tot zijn schrik achter dat hij zijn rugzak op de top
heeft laten staan.
In de rugzak zit zijn geld, zijn rijbewijs en de
autosleutels! Zonder zijn rugzak kunnen we niet naar
huis. We proberen een lift te vragen bij enkele
passerende automobilisten, maar helaas gaat niemand meer
naar de pas. Uiteindelijk besluit Johan terug te fietsen
en ik zal alleen het rondje proberen af te maken.
De Jaufenpas is niet lastig. De klim stijgt in 15,4
kilometer van 948 meter naar 2099 meter. De kilometers
beginnen wel te tellen en om half zeven sta ik op de top.
In de bar op de top koop ik een cola, een mars en een
reep chocola. Na weer op krachten zijn gekomen begin ik
aan een prachtige en zeer lange afdaling. De weg kronkelt
langs duizelwekkende afgronden naar beneden. In ruim twee
uur leg ik laatste 68 kilometer af en kom net voor donker
op de camping aan. Johan is al gearriveerd en heeft zijn
rugzak gelukkig in zijn geheel teruggevonden. De dag
sluiten we af bij een Mexicaan in de binnenstad.
|
 
|
Vrijdag St Leonhard in Passeier - Timmelsjoch
65 km (1800 meter)
Met de auto rijden we naar St Leonhard aan de voet van de
Timmelsjoch. Een Franse fietser op de camping heeft deze
klim aangeraden. Hij had gisteren hetzelfde rondje
afgelegd maar daarbovenop nog de Timmelsjoch gefietst.
Dat betekent een hoogteverschil van 4000 meter, ruim 200
kilometer in een kleine tien uur.
We parkeren de auto voor een pension en laden onze
fietsen uit. Even voorbij Moos in Passeier stoppen we om
de voedseltekorten aan te vullen. De laatste tien
kilometer zijn zwaar, maar bijzonder mooi. Via vele
haarspeldbochten en met besneeuwde pieken en sneeuwresten
langs de weg fietsen we door een prachtig berglandschap.
Na een donkere 500 meter lange tunnel is het zwaarste
voorbij en wordt de top op 2500 meter bereikt. In de
afdaling hebben we eindelijk tijd om vele foto's te
schieten van deze prachtige pas.
Bij de auto aangekomen besluiten we bij restaurant
Sandwirt te gaan eten. Het is duidelijk dat dit plaatsje
in het Sud-Tirol gedeelte bevindt. De Tiroler liedjes
galmen uit de speakers en ook de mensen met Lederhosen
doen erg Oostenrijks aan.
Na de maaltijd moeten we nog opzoek gaan naar een
geschikte kampeerplaats. Aanvankelijk willen we aan de
voet van de Mortirolo staan, maar dit is door het late
tijdstip niet haalbaar. We besluiten naar Niederdorf aan
de noordkant van de Dolomieten te rijden. Na een zeer
snelle rit arriveren rond tien uur bij de camping in
Niederdorf. Gelukkig is de bar bij deze luxe camping open
en kunnen we onze tent op het terrein opzetten.
|
 
|
Zaterdag Niederdorf - Plätzwiesen - Col san
Angelo (1200 meter)
Als we op staan is het zoals gewoonlijk prachtig weer.
Als we echter net op weg zijn worden we overvallen door
een zware regenbui. We schuilen een aantal minuten bij
een bushokje. Als het droog is starten we aan de klim
naar Plätzwiesen. Deze klim gaat langs het
Fanes-Sennes-Braies gebergte. Opvallend veel ATB-ers zijn
ook bezig met de klim. De laatste 4 kilometer zijn vrij
steil. Bovenop de top zijn veel fietsers en wandelaars.
Op de top hebben we een korte ontmoeting met een
Nederlander die al vele jaren in de Dolomieten komt.
Het asfalt houdt op en de oude militaire is onverhard. Nu
begrijpen we dat we zo weinig racefietsers en veel
mountainbikes onderweg hebben gezien. Omdat op de kaart
de weg bereidbaar lijkt dalen we met een slakkegangetje
toch af. De weg is eigenlijk niet zo geschikt voor onze
fietsen, maar terugkeren heeft niet zo veel zin. Vlak
voor het eind van de afdaling rijdt Johan lek.
Bij Schluderbach bereiken we weer het asfalt en beginnen
aan de klim naar San Angelo. Bij het prachtige meer van
Misurina aangekomen houden we een korte stop. De
plaatselijke Spar heeft wel hele opmerkelijk flessen wijn
in etalage staan. Gebroederlijk staan flessen met
etiketten van Hitler, Mussolini en Che Guevara naast
elkaar onder het mom van historische wijn. Het is al te
laat om het gehele rondje af te leggen. Een beklimming
van de Drei Zinnen zie ik op mijn ligfiets niet zo zitten
en de hebben we zes jaar geleden al gefietst. We
besluiten om maar terug te keren naar de camping. Tijdens
de afdaling worden we overvallen door een zware regenbui.
's Avonds eten we in het restaurant bij de camping.
Zondag Niederdorf- Nederland
's Ochtends vroeg breken we op voor de terugreis. De
terugreis verloopt door files en verkeersdrukte tot aan
Frankfurt traag. Pas om half tien 's avonds na twaalf uur
rijden zijn we terug in Nederland. |