Ligfietsen over de hoogste passen

langs de Zwitserse en Italiaanse grens

zomer 2000

[naar de index

Gavia - Italië


Klik op de kleine foto's voor meer detail


zondag 20 augustus 2000

Met volle bepakking rijd ik op mijn ligfiets naar het station. Daar zal de nachttrein vertrekken richting Zwitserland. Samen met veel andere vakantie reizigers stap ik op de trein. Een andere fietser laadt zijn mountain bike in. Hij gaat een huttentocht bij de Oostenrijks/Zwitserse grens maken. Ik heb een slaapplaats bij een vierpersoons couchette. Mijn couchette genoten zullen pas in Dusseldorf en in Koln instappen. De rest van de trein zit stampvol.
Deze zomer ben ik van plan om een solotocht te maken en veel grote Zwitserse Alpenpassen te bedwingen. De route begint in Brig en zal een kleine twee weken later eindigen in Chur. Ik heb neem mijn M5 BlueGlide mee, met plus minus 20 kg bagage in 2 Elan banaantassen plus twee Ortlieb voortassen.

maandag 21 augustus 2000 Brig Zermatt (105 km, 1000 hoogtemeters)

De reis verloopt rustig. Rond zes uur worden we gewekt met een ontbijt. Deze trein heeft een hostess. Deze loopt licht gestrest rond omdat niemand opstaat. Na een ontbijt met koffie arriveren we al snel in Basel.

In Basel moet ik overstappen naar de trein naar Brig. Helaas is het echter op dit vroege tijdstip niet toegestaan om de fiets mee te nemen. Na 2 uur wachten kan ik om negen uur de trein nemen naar Bern waar ik wederom overstap. Ondanks het zwaar bewolkte weer, is de klim door Berner Oberland fraai.
Na de Lötschbergtunnel klaart het weer wonderbaarlijk op. Na een steile afdaling bereiken we om 12:00 het eindpunt Brig, een stadje in Wallis gelegen in het Rhône dal. Na alle spullen uit de trein te hebben geladen ga ik opzoek naar de camping. Even buiten het centrum aan de voet van de Simplonpas ligt een comfortabele rustige camping. Ik zet de tent naast de rivier op. Daarna ben ik van plan om nog een stukje te gaan fietsen. Tussen Brig en en Visp volg ik de rustige Zwitserse fietsroute over boerenlandweggetjes.
In Visp begin ik aan de klim richting Zermatt door het Mattertal. Tot Stalden gaat het rustig omhoog en daarna wordt het steiler. Even voor Randa zijn de lastigste kilometers met een stijgingspercentage van 12%. Na Tasch is de weg officieel afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Vele taxibusjes rijden echter heen en weer over het smalle weggetje. Het weer is inmiddels compleet omgeslagen. In het drukke Zermatt blijf ik enige tijd schuilen en probeer een glimp van de Matterhorn op te vangen. Helaas laat deze zich maar nauwelijks zien. In de stromende regen fiets ik terug. Pas in het dal klaart het weer wat op. Bij de camping aangekomen blijkt het daar nauwelijks geregend te hebben. 's Avonds begint het enorm te waaien. Snel ruim ik mijn etenswaren op. Een zware storm blijft de gehele nacht aanhouden.

 

dinsdag 22 augustus Brig Santa Maria Maggiore (77 km, 1800 hoogtemeters)

De volgende ochtend is het een stralende dag. Na boodschappen te hebben gedaan bij de plaatselijke Migros start ik met volle bepakking aan de klim van de Simplon pas. De eerste vijftal kilometers gaan over het rustige binnenweggetje parallel aan de grote weg. Ik geniet van de mooie uitzichten op het dal van de Rhône.
Even voorbij de Saltinaschlucht voegt de parallelweg zich bij de hoofdweg. Het verkeer blijft redelijk rustig. De laatste vijf kilometer in de buurt van het pension van Schallbett loopt de weg door een serie van galerijen. Na het bereiken van de top van de Simplon op 2005 meter start ik met de afdaling. Ook deze bevat diverse gallerijen en de snelheid loopt al snel op tot rond de zeventig kilometer per uur met een top van 85 km per uur. Net na dit snele stuk wordt de fiets plotseling onbestuurbaar. Ik heb voor een klapband opgelopen. Een spaak is los getrild en heeft een lek veroorzaakt. Na het plakken fiets ik iets rustiger door de prachtige Gondoschlucht.
Bij Gondo blijkt dat de grens tussen Zwitserland en Italië afgesloten is. Alle auto's keren weer om richting de Simplonpas. Ik heb niet zoveel zin om weer die zware klim naar boven te fietsen en vraag wat er aan de hand is. Er blijkt enige kilometers verderop een tunnel te zijn ingestort. Ik probeer toch maardoor te fiesten. enkele kilometers later is de weg inderdaad volledig afgezet en de tunnel behoorlijk ingestort. Gelukkig kan ik over het grasveld langs de tunnel. De werklieden kijken bevreemd op en een toevallig aanwezige fotograaf neemt een groot aantal foto's van mij en de ingestorte tunnel.
In het dal nabij Domodossola is het snikheet. Na een korte rustpauze fiets ik het dal Valle Vigezzo in. Locarno zal ik vandaag niet meer redden, maar op de kaart staat ook een camping in Santa Maria Maggiore aangegeven. Ik moet daarvoor echter weer tien kilometer klimmen. Het is niet zo steil, maar de vermoeidheid begint al toe te slaan. In Prestinone kan ik gelukkig wat Italiaanse Lires pinnen.
In Santa Maria moet even vragen voordat ik de camping vind. Het is een camping met vervallen voorzieningen en zeer veel houten huisjes met weinig ruimte voor tentjes. Een bord op de buitenkant van het kantoortje geeft aan dat de camping vol is. De volgende camping is echter zeker twee uur verderop. Gelukkig mag ik op het kleine veldje staan en betaal ik slechts L 15.000 i.p.v. L 19.000.

woensdag 23 augustus Santa Maria Splügen (134 km, 2000 hoogtemeters)


Na een roemerige nacht sta ik op. Het is na negenen als ik vertrek. De rustige weg langs de Melezza daalt richting Zwitserland. Na een klein uurtje arriveer ik in Locarno. Het is even zoeken naar de juiste route maar al snel vind ik de bordjes van de Zwisterse fietsroute die keurig staat aangegeven langs smalle weggetjes aan het Lago Maggiore. Tot aan Bellinzona volg ik de prachtige route. Na een paar onverharde stroken in Bellinzona kies ik de grote weg. Ik doe eerst wat boodschappen bij een benzinepomp. Het is tegen twaalven als ik weer op pad ga. Tot aan Mesocco stijgt de weg nauwelijks en rijdt er bijna geen verkeer. De grote stroom volgt namelijk de grote snelweg die parallel aan deze weg loopt. De temperatuur loopt echter wel op en ik puf even uit op een bankje in Mesocco. Na deze pauze gaat de weg meteen steil via een klinkerweg omhoog. Even na Pian S. Giacoma haal ik een fietsend stel in. Duidelijk is dat het vrouwelijk helft niet zo hard fietst. Even later word ik ingehaald door de mannelijke helft. Na een paar kiliometer stopt hij weer om te wachten op de langzamere vrouwelijke helft. Ze zijn waarschijnlijk op weg naar San Bernardino. Het is rond zes uur als ik in dit plaatsje arriveer. Ik wil echter nog een stukje verder fietsen. De Passo del San Bernardino wordt nu echt rustig. De grote weg verdwijnt in een tunnel en het smalle weggetje slingert door het landschap. Af en toe passeert er een auto en vaak zijn dan plezierrijders zoals een Porsche en een Ferrari. Na een uurtje klimmen arriveer ik uiteindelijk op de top. Na een korte afdaling met veel haarspeldbochten voegt de oude pasweg zich weer bij de grote weg. In Splügen vind ik net voor het donker een camping met zeer goede voorzieningen.

donderdag 24 augustus Splügen Vicosoprano (65 km, 1100 meter hoogteverschil)

's Ochtends merk ik dat mijn achterband plat is. Ik vertrek daardoor zeer laat van de camping. Na wat inkopen te hebben gedaan bij de plaatselijke supermarkt begin ik rond half twaalf aan de tocht. De eerste pas vandaag is de Splügenpas. Deze is vanaf de camping slechts 9 kilometer. Er rijden redelijk veel fietsers omhoog. Ik fiets kort met een Zwitser omhoog. Hij heeft reeds de Gavia, de Umbrail en de Albula achter de rug en is vandaag wat vermoeid. Desondanks rijdt hij op zijn racefiets toch sneller omhoog. Hij heeft dan ook zeer weinig bagage bij zich en hij overnacht in hotels. Hij rijdt deze dag naar Soglio een bergdorpje in het Val Bregaglia. De Splügen is een zeer fraaie pas en bovenop duik je Italië in. Met name de afdaling is een belevenis. Het eerste deel gaat zeer rap tot aan het mooie bergmeer Laggo di Montespluga. Dan volgen na de afslag naar Madesimo een aantal prachtige kilometers door langs een reeks van tunnels. De weg kronkelt langs diverse gallerijen die bijna over elkaar heen liggen. In Chiavenna rust ik even uit van deze eneverende afdaling. Het is in Italië weer drukkend warm. De beklimming van de Maloja verloopt vrij traag. In Vicosoprano besluit ik om vijf uur maar de camping op te zoeken. Dit is een echte bergcamping zonder sleurhutten en met prachtig grasveldje midden in de bergen. Er zijn ook vele klimmers die uitrusten van hun klimpartijen.
vrijdag 25 augustus Vicosoprano Filisur (80 km, 1800 meter)


Het weer blijft stabiel en mooi. Er waait een warme wind door het Bergell dal. 's Ochtends nadat alle spullen zijn ingepakt start ik met de klim van de Malojapas. De pas is vrij steil en begint meteen vanaf de camping met grote stukken van tien procent. De 4,5 kilometer worden met maar liefst 13 haarspeldbochten overbrugd. Het is hier zo smal dat een vrachtwagen vlak voor de top voor een grote file zorgt. Ik kan er met mijn fiets echter wel langs. Na de pashoogte is er geen afdaling, maar bevind je op een plateau. De omgeving rond het Lago di Segli is echter zeer fraai.
Na een bezoek bij de bakker in Silvaplana begin ik de korte beklimming naar de Julierpass. Deze pas is niet al te lang, zo'n zeven kilometer, maar dit is alweer zo'n mooie pas. Lange tijd houd je uitzicht op de fraaie besneeuwde Bernina toppen. Na de pas daal je via een zeer lange afdaling af tot Teifencastle. Hier sla ik rechtsaf richting Filisur. In Filisur ga ik op zoek naar een camping. De camping bevindt zich een eind buiten het dorp langs de Velo land Schweiz fietsroute. Op de camping houdt een stel tevens trouwpartij, die tot in de late uurtjes door feesten.

 

zaterdag 26 augustus Filisur Poschiavo (84 km, 1900 meter hoogteverschil)

Na een zeer onrustige nacht en koude nacht sta ik op. Ik wacht tot de condens van de tent is opgedroogd en begin aan de klim naar de Albulapas. De weg is rustig en vol met andere (race)fietsers. De Albulapas is een afwisselende maar lange beklimming. Bij de Bergüner Stein is de weg uitgehakt in de rotsen en loopt door een smalle kloof steil omhoog. Het plaatsje Bergün ziet er gezellig uit met vele terrasjes en mooi met kasseien bestrate weggetjes. Er is ook een zeer eenvoudige camping zonder voorzieningen. Na dit plaatsje kom ik veel afdalende steppers tegen! Hele pelotons laten zich naar beneden glijden. Het lijkt mij niet erg comfortabel.
Even na een meertje zie ik plotseling een ligfietser in mijn spiegeltje. Dat kan niet anders dan een Nederlander zijn. Het is Kristof uit Nunspeet die weleens met Plat Zwolsch mee fietst. Hij fietst op een Optima Lynx. Hij blijkt een fervente ligfietser te zijn met een groot aantal fietsen thuis. Naast de Lynx is hij nog in het bezit van een echte Jan Eggens en een Baron. Hij is in Basel begonnen en de Albula is zijn eerste echte Alpenpas. Hij heeft in Bergün op een camping gestaan en ik heb hem gepaseerd toen hij van de zon lag te genieten bij het bergmeertje. Samen fietsen we de laatste kilometers tot aan de pashoogte. Bovenop is het zeer druk met tientallen fietsers. Natuurlijk krijgen de ligfietsen veel bekijks. We dalen samen af tot aan La Punt waar we een terrasje pakken. Bij Samedan neem ik weer afscheid van Kristof. Hij fietst door naar de camping van Silvaplana en ik fiets richting de Passo del Bernina.
Bij het uitzichtspunt vlak na een treinovergang maak ik een foto van het de Morteratsch gletsjer. Bovenop de pas is het druk met fietsers. Het blijkt dat de schaatsploeg van Wehkamp ook de Bernina heeft uitgekozen als trainingsparcours. Na een mooie afdaling vind ik in Poschiavo de rustige camping Boemerang waar mijn ligfiets weer veel bekijks oogst.

zondag 27 augustus Poschiavo Temu (54 km, 1600 meter hoogteverschil)


Na een korte afdaling rijd ik Italië binnen. In het dorpje Tirano is het een drukte van belang. Helaas zijn de winkels ook op zondag gesloten. Ik volg de rustige weg richting Bormio. In Mazzo begint de klim naar de Mortirolo. Het is een beetje heiïg dus het uitzicht valt enigzins tegen. De klim begint meteen steil. Bij elke bocht staat de hoogte aangegeven en het gaat zeer traag. De kilometers gaan zeer langzaam voorbij. De snelheid schommelt rond de vier kilometer per uur. Het steilste gedeelte met 18% is lastig, maar ik behoud mijn evenwicht. De weg is smal zodat auto's zeer rustig rijden als ze mij passeren. Gelukkig is het door de dichte bossen niet te warm tijdens het klimmen. Vlak voor de top moet ik toch even van de fiets om wat extra energie tot mij te nemen. Het is inmiddels al bijna drie uur nadat ik de klim ben gestart. Even later bereik ik de bergmeertjes die druk worden bezocht door de Italianen. Bovenop de top na 12 kilometer ploeteren zijn er plotseling veel fietsers, die ik onderweg nauwelijks tegen kwam.
De afdaling tot Monno is zo voorbij en ik sla linksaf richting Ponte Legno.
De weg klimt met een laag maar gestaag stijgingspercentage. Na een tiental kilometer stop ik in het plaatsje Temu en zoek ik rond vijf uur de camping. De dagettape was kort maar hevig. De klim van de Mortirolo heeft mij flink uitgeput.
Op de camping vind ik een mooi plaatsje onder een boom. Ook Peter uit München staat op de camping. Hij kan prachtige verhalen vertellen over de grote tochten die hij heeft gemaakt. Op zijn normale fiets zitten veel stickers van verre oorden. Zijn fiets heeft littekens van de vele kilometers die hij heeft afgelegd. Hij vervent liefhebber van stalen frames, want die kan je in elke uithoek lassen. Hij is drie jaar door Zuid Amerika getrokken van het zuiden van Patagonië tot het noorden van Chili, vervolgens naar Nieuw Zeeland, Togo, Midden Amerika, Baja Californië, Mexico en ook alle Canarische eilanden. Met name Patagonië, het merengebied van Chili en Baja kan hij enthousiast over vertellen. De mensen in Belize zijn "komisch", maar 's avonds moet je daar niet op straat lopen. Mexico is mooi, maar sommige wegen moet je niet fietsen. El Salvador is prima, maar arm. Ook heeft hij overal baantjes gehad, zoals kok in Nieuw Zeeland. Hij is nu taxichauffeur wat hem wel bevalt. Hij maakt een tocht door de alpen. Hij is in Zuid Duitsland begonnen en via Oostenrijk de Stelvio en de Gavia over getrokken. Daarna is hij van plan om richting de Dolomieten en vervolgens over de Grossglockner te trekken. 's Avonds regent het.

maandag 28 augustus Temu Bormio (75 km, 1600 meter hoogteverschil)


De volgende dag is het mooi weer. Peter blijft nog een dagje om uit te rusten van zijn klim over de Gavia. Ik vertrek om vandaag deze klim te doen. In Ponte di Legno doe ik wat boodschappen. Het is even zoeken naar de juiste weg maar dan kan ik eindelijk aan de klim beginnen. De eerste kilometers zijn niet zo steil. Veel auto's stoppen om foto's en videobeelden van mij te maken. Na Pezzo beginnen de haarspeldbochten en wordt het steiler. De steilste stukken bedraagt het stijgingspercentage 16%. De weg is smal en vaak wordt de weg beveiligd met houten balken. Het uitzicht op het Adamello gebergte is fraai. Het laatste deel van de klim is werkelijk fantastisch. Een vijftal kilometers voor de top bevindt zich een 400 meter lange tunnel. Ik neem de onverharde weg die om de tunnel leidt. Het is niet te fietsen door het losse gravel, maar het weggetje is niet minder mooi. Het smalle weggetje is zeer indrukwekkend. Na enkele kilometers bereik ik de top en ik krijg spontaan een staande ovatie.
De afdaling verloopt zonder problemen en al vroeg bereik ik Bormio. De Stelvio ligt er aanlokkelijk bij, maar dat zou waarschijnlijk voor vandaag te hoog gegrepen zijn. De camping bevindt zich een vijftal kilometers ten zuiden van Bormio in Valdisotto. Nadat ik de tent heb opgezet fiets ik nog naar Bormio en bekijk ik het aardige plaatsje.

dinsdag 29 augustus Bormio Zernez (85 km, 2400 meter)


's Ochtends ontmoet ik op de camping een groep Italiaanse fietsers. Ze gaan vandaag de Gavia fietsen en hebben gisteren de gehele dag over de Stelvio gedaan.
Voor mij is het vandaag Stelvio dag. Al snel stijgt de weg via een aantal bochten. De toppen van de bergen zijn nog zeer mistig. Na een groot aantal gallerij tunnels wordt de weg steiler en volgt een aantal haarspeldbochten. Hier wordt ik ingehaald door enkele racefietsers. Na de afslag naar de Umbrailpas koelt het af. De laatste vier kilometers verlopen hierdoor traag. Ik fiets samen met een andere verkleumde fietser. Na drie uur klimmen bereik ik de top, waar ik snel een aantal lagen kleren aan trek. Na een korte pauze rijd ik over dezelfde weg tot aan afslag met de Umbrailpas. De afdaling is letterlijk ijzingwekkend koud. De umbrailpas is halverwege enige kilometers onverhard. Het laatste deel is welliswaaar geasfalteerd maar nogal hobbelig.
In Santa Maria stop ik bij een winkeltje om wat bij te tanken. Ik kom een Duitse fietser tegen die eveneens de Stelvio heeft beklommen. Hij moet nu echter eerst weer naar Mals om zijn spullen op te halen om dan in Santa Maria te gaan kamperen. Het is nog vroeg en ik fiets na een stevige lunch verder door het nationale park richting de Ofenpas. De aanloop is niet al te lastig maar de laatste kilometers zijn constant steil rond de tien procent. Bovenop de pas stapt net een groep Nederlandse 50+ uit een bus. De lange afdaling van de Ofenpas door het nationale park verloopt vlot. Het laatste knikje na de afslag richting Livingno stelt niet veel voor en het is rond zes uur als ik in Zernez arriveer. Daar doe ik wat boodschappen voor ik naar de camping fiets.
Dit is een grote camping met mooi gras net buiten het plaatsje achter het station aan het water. Er staat ook een groep van Cycletours die bezig zijn met een vergelijkbare tocht in Zwitserland. Zij zijn in Chur begonnen en zullen daar de volgende dag eindigen.

woensdag 30 augustus Zernez Thusis (90 km, 1000 meter)


Na wat briefkaarten bij het postkantoor te hebben gepost fiets ik naar Susch. Daar begint de klim naar de Fluela. De eerste kilometers zijn vrij steil, waarna een wat vlakker stuk volgt. De omgeving is prachtig. Besneeuwde hoge pieken overheersen en de omgeving is zeer ruig. Het weer is echter zwaar bewolkt. Op de pashoogte ligt een bergmeertje. Tevens zijn er een aantal andere fieters, onder andere een Nederlander met een Burley achter zijn ATB. Hij is een weekje aan het fietsen en eigenlijk net begonnen en is op weg naar Zernez.
De afdaling richting Davos is eveneens prachtig. In Davos fiets ik richting Tiefencastle. Langs dit traject lopen veel wandelaars. De weg daalt nog steeds en voor ik het weet fiets ik door de vijf kilometer lange tunnel bij de Bärentritt. Deze tunnel is gelukkig verlicht en daalt de weg. Met een gangetje van rond de vijftig kilometer per uur is dit stukje snel voorbij. Buiten gekomen begint het licht te regenen. Er volgt een klein klimmetje richting het dorpje Wiessen. Daarna fiets ik een stukje langs hetzelfde traject als enkele dagen geleden. In Tiefencastle fiets ik richting Thusis. Er zijn hier drie lange tunnels van ongeveer een kilometer en door het drukke verkeer is het fietsen niet echt prettig. Even voor Thusis is de weg afgezet en moet ik een stukje om rijden. In Thusis aangekomen begint het weer te regenen. Ik besluit daar de camping op te zoeken, die gelegen is in een bos. Het is een grote camping maar de voorzieningen zijn vrij oud. Het water van de douche is lauw en de voorzieningen zijn niet schoon. Het blijft de rest van de dag regenen.

donderdag 31 augustus Thusis regendag


Het regent de hele nacht. Ik blijf in mijn tent liggen tot tien uur. Als het wat zachter begint te regenen sta ik toch maar op. Het weer blijft te slecht om te fietsen. De fietstocht naar het hoogste bergdorpje Juf stel ik maar uit voor een andere keer. Op de camping zijn er nog andere fietsers, onder andere een ouder echtpaar die in Basel zijn begonnen en nu ook op deze camping gestand zijn. Daarnaast arriveert een jong stel. Ze zijn vier weken in Nederland begonnen en fietsen richting het zuiden. Het uiteindelijke doel is Israel.
Ik begin in de middag met een wandeling, door het kloofdal van de Rijn. De oude weg is prachtig. De regenwolken geven het geheel iets mystieks. Het natte wegdek is bezaaid met zwarte salamanders. Mijn plan was om naar de Via Mala te lopen maar door wegonderbrekingen, gebrek aan goede wandelkaarten, tunnels en slechte wegbewijzering kan ik dit niet bereiken. Ik begin een wandeling door een bos, maar na wat steile passages keer ik toch maar om. In Thusis bezoek het restaurant van de Migros om wat drogen en op te warmen van het slechte weer. Het weer klaart de rest van de dag niet op.

vrijdag 1 september Thusis Arosa Chur (107 km, 1200 meter)


Het is 's ochtends droog. Na het inpakken van de tent fiets ik eerst richting de Via Mala die ik gisteren niet heb kunnen bereiken. Na een tweetal tunnels bereik ik de Via Mala, een diepe smalle kloof waar de Rijn zich door perst. De weg steekt de kloof via vier bruggen over. Nadat ik Zilis heb bereikt, keer ik weer terug naar Thusis. Daar volg ik de rustige fietsroute naar Chur. Af en toe volgt deze route onverharde weggetjes, maar het is altijd goed te fietsen. Het slechtste stuk is de spectaculair route langs de Rijn. Even voor Chur loopt de fietsroute door een militair terrein. Hier wordt een hond wild als ik langs fietst en achtervolgt mij enige honderden meters. De prachtige binnenstad van Chur is autoluw en bevat veel smalle straatjes. Na een lunchstop is nog ruim tijd voor nog een klimmetje. De klim naar Arosa ziet er aanlokkelijk uit, 36 km en meer dan 300 bochten. De klim begint steil, maar na Castiel vlakt het af. Bij Litzirüti daalt de weg even en gaat vervolgens weer steil omhoog om enkele kilometers later in Chur te eindigen. Bij het bereiken van het dorp draai ik om en geniet van de laatste afdaling. In Chur kleed ik me om en eet ik een maaltijd in de Migros. Om zeven uur pak ik de trein richting Basel. In Basel staan al reeds vele fietsers klaar om met de trein richting Nederland te gaan. De treinreis is vrij onrustig. Een treinpassagier blijkt een verkeerde ticket te hebben, wat de treinstewards aardig nerveus maakt. Na Köln is het rustig want alle andere coupepassagiers stappen daar uit. Na Arnhem krijg ik een ontbijt en al snel arriveren we in Utrecht.

 

 

 

 


© 2000 Luddo Oh