Van Dordogne naar Slovenië - zomer 2006

[naar de index]

naar de foto's

Vercors


Klik op de kleine foto's voor meer detail


Vrijdag 22 juni Utrecht - Les Eyzies

's Middags stap ik in de fietsbus. De fietsbus zit vol met andere fietsers. Een grote groep gaat samen met kinderen een fietstocht in de Dordogne maken. Dit jaar ga ik naar de Dordogne om een fietstocht te maken naar Slovenië. Het is buiten bloedheet en de mussen vallen van de daken. in de fietsbus is het door de airco lekker koel. Helaas zijn sinds dit jaar de slaapbussen afgeschaft. Vanwege de strenge Europese regelgeving zijn slaapbussen als onveilig bestempeld. Er rijden nu dus alleen maar Royal Class bussen (NL- Dordogne/ Villach - NL € 237). De beenruimte valt niet tegen, maar helaas komt er van slapen niet veel.


Grotte du grand roc

Zaterdag 23 juni - La faravie 62,9 km - 623 m

's Ochtends komen we aan in de dordogne. Via Sarlat en een paar stops eindigen we in Les Eyzies. Even ten westen van Les Eyzies heeft de familie een huisje gehuurd. Het is nog te vroeg dus ik bezoek eerst het plaatsje. Zo vroeg dat het zelfs in zo'n toeristische plaatsje op de ochtend nog aardig uitgestorven is. Ik bezoek het prehistorisch museum. Een uitgebreide collectie van botjes, schedels en allerhanden voorwerpen liggen daar opgesteld.

Tegen twaalf uur fiets ik naar het gehuurde huisje La Faravie. Madame leyssales verwacht me nog niet, maar ik krijg al wel de sleutel mee. Madame geeft een korte rondleiding en ze benadrukt dat het huis erg schoon is. Het is een groot pand met 4 grote slaapkamers en drie verdiepingen.

's Middags bezoek ik Roy en Wilma die vlak bij wonen. Ze hebben op een rustige locatie een mooie oude boerderij aangeschaft. Ze hebben al behoorlijk wat verbouwd aan het huis.Om boodschappen te doen moet je 8 km fietsen naar La Bugue. Daar is een grote intermarche waar alles verkrijgbaar is. In de middag begint het eindelijk wat af te koelen en maak ik nog een klein fietstochtje binnendoor naar Roque st Christophe.


Les Eyzies

La Roque Gageac

Zondag 24 juni - La faravie 100 km - 1249 m

's Ochtends sta ik vroeg op want ik wil een aantal grotten bezoeken. Les Eyzies is het mekka van de prehistorische grotten met rotsschilderingen. Een van de toppers is Font de Gaume. De Grotte de Font-de-Gaume is een grot in de de Dordogne in het dal van St-Cyprien in Frankrijk. De grot is in 1901 ontdekt door Dr. Capitan, Abbot Breuil en Denis Peyrony. De grot is de laatste vindplaats van circa 500 polychrome rotsschilderingen uit het Midden-Magdalénien (16.000 v. Chr. tot 13.000 v. Chr.) van paarden, mammoeten en bizons die toegankelijk is. Bekendste tekening gelegen in de Chapelle aux Bizons is van twee rendieren, waarvan het lijkt of de ene het gewei van de andere likt. De hoofdruimte van de grot is circa 120 m. lang.

De toegang tot de grot is gereguleerd. Elke dag worden slechts 200 mensen binnengelaten en je kan alleen 's ochtends bij de kassa kaartjes halen. Om 9:30 gaat de kassa open (€ 5). Als ik daar rond half tien bij de kassa aankom staat er al een hele rij met wachtende en is het lokket net open gegaan. Naar verwachting zijn het wel meer dan 200 mensen en ik sluit achter aan de rij. Plotseling wordt er gevraagd of er nog 1 persoon direct de grot in wil. Alle mensen voor mij zijn met meerdere mensen dus kan ik direct de grot in!. De grot is erg indrukwekkend met vele rotsschilderingen. De technieken van schilderen worden nog steeds zo toegepast.

Na het bezoek aan de koele grot sta ik weer buiten en fiets naar Les Eyzies. Omdat het warm is zoek weer de koelte op van de grotten. Bij de Grotte du grand roc bezoek ik nog de druipsteengrot. De Michelin geeft de grot twee sterren, maar dat is hij zeker niet waard. De grot valt erg tegen is klein en alle druipsteenformaties zitten achter plastic of gaas.
Via de D31 fiets ik naar het noorden via Fleurac, Plazac. Nabij Thonac is een prachtig uitzicht op de Vezere, La cote de Jor. In Montiginac is het weer tijd een stop. De temperatuur loopt op en aan de Vezere heb ik uitzicht op de vele kanoërs. Na de lunch fiets ik weer verder via La Chappelle, Tamnies, Marquay, Meyrals en Champagne.

St Cybranet

Maandag 25 juni - La faravie 82,6 km

De familie is nog niet aangekomen dus vandaag ga ik nog een klein tochtje maken. Na een bezoekje aan de buren fiets ik via Carmensac naar Meyrals. Bij St Cyprien is het even zoeken naar de juiste weg. Ik ga in de richting van Berbiguieres, maar bij Marnac kom ik weer op de hoofdweg terecht. Via de D51 fiets ik het dal van Belves in. Het dorpje toornt hoog boven het dal uit. Dit aardige dorpje bevat smalle straatjes en een mooi marktplein. Na wat boodschappen te hebben gedaan vervolg ik mijn weg langs de rustige D54. De weg volgt het plateau, langs een vliegveldje.

Na een korte afdaling arriveer ik in Cadouin, bekend om zijn grote abdij. Verder stelt het dorpje niet veel voor. Via de mooie d28 daal ik af naar het dal van de Dordogne. Bij Tremolat steek de rivier over, waarbij nabij Limeuil de Vezere in de Dordogne uitmondt. De terugweg via Le Bugue verloopt vlot. De familie is al gearriveerd en hebben wat moeite om het huisje te vinden.

De Dordogne

Dinsdag 26 juni - La faravie

Vandaag een dag met de familie zonder fiets. We bezoeken vrienden die een huisje hebben in de Dordogne. Ze wonen nabij St Cybranet bij een zeer steil weggetje, maar met een fantastisch uitzicht op de vallei. Het is een hete dag. We worden rondgeleid langs de vele highlights van de Dordogne zoals Domme, La Roque Gageac, Redon Espi - een vervallen kerkje midden in het bos, een klein kappeltje ter ere van een maria verschijning. Allemaal prachtige plekken.

Rocamadour

Woensdag 27 juni - La faravie - Alvignac 99,5 km - 1162 m

De dag om te vertrekken uit de Dordogne. Het was gezellig maar er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Veel langer blijven zou niet verstandig zijn met mijn strakke schema. De bus vertrekt immers wel op tijd vanuit Slovenië en dat is nog wel een stukje fietsen.

Na het ontbijt bezoeken we nog eerst Roy en Wilma. Omdat de temperatuur weer tegen de 40 graden aan loopt probeer ik vroeg op de fiets te zitten. De hele familie zwaait me uit.

De temperatuur loopt al snel op. Ik begin met een binnenweggetje achterlangs via het gehucht Carmansac. De weg is super rustig en gaat op en af. Bij Meyrais kom ik op de grote weg richting Sarlat. Ik besluit om Sarlat in te fietsen, maar als snel kom ik vast te zitten in een file. Via het voetpad en een binnendoor weg bezoek even het grote plein. Het is echter veel te druk dus al snel besluit ik om verder te fietsen. Ik daal van naar de Dordogne via de D704 over het fietspad, waarna ik de rustige d50 volg. Er zijn vele anderen die hier ook fietsen langs de Dordogne, hele gezinnen genieten van het warme weer. Bij de D12 verlaat ik het dal van de Dordogne naar Payrac. Daar aan gekomen vul ik mijn water aan. Het hete weer doet een aanslag op mijn drink capaciteiten. Na een lange rustpauze onder een grote boom besluit ik weer verder te gaan, de oven in. De weg naar Rocamadour is een prachtige tocht. De weg meandert langs de Ouysee en de drukte valt reuze mee. Voor ik het weet bereik ik Rocamadour, toeristische trekpleister nummer een en na Lourdes Franksrijks beroemdste bedevaartplaats. Het uitzicht op het complex is prachtig. Ik parkeer mijn fiets op de grote parkeerplaats. Wandelend daal ik af en bezoek natuurlijk de zwarte madonna.

Het is al laat als ik weer op de fiets stap. Toch wil ik nog een aantal kilometers afleggen. In het dorpje Alvignac ziet de gemeente camping er niet erg aantrekkelijk uit en zijn de toiletten afgesloten. Gelukkig zie ik een bordje naar een kleine natuurcamping. Via smalle weggetjes kom ik op een aardige camping. Helaas gaat 's avonds de muziek tot in de late uurtjes door.


Puy Mary

Donderdag 28 juni - Alvignac- Velzic 101,3 km - 1485 m

De hitte houdt nog even aan. Ik klim weer naar Alvignac waarna ik via een rustige weg langzaam afdaal naar St Cere. De weg naar Airillac is niet spectaculair. Om de drukke N122 te vermijden fiets ik over diverse kleine weggetjes, via het plaatsje Ompsen St Mamet La Salvetat. In Aurilliacis het even zoeken naar de juiste weg richting de Route de Cret. Het loopt al tegen half zes als ik weer op weg ga. De route loopt geleidelijk omhoog. In Velzic rijd ik de rustige camping op. Een perfecte plaats bij de plaatselijke voetbalclub voor maar € 3,80. De goedkope campings bestaan in Frankrijk nog. Ik douche in de scheidsrechters ruimte.

's Avonds begint het weer te betrekken. Dat was wel te verwachten met zulk broeierig weer. Na flinke donder en bliksem begint het hard te waaien. Snel vlucht ik mijn tent in en val in een diepe slaap.


St Flour

Vrijdag 29 juni Velzic - St Flour 76,8 km - 1305 m

's ochtends is het erg nog erg vochtig. Ik wacht tot het wat minder regent. Om tien uur ben ik helemaal ingepakt en fiets ik weg. De wolken hangen laag en het regent mot. De fietstassen zijn volledig ingepakt. Door de wolken is er weinig uitzicht en is het erg fris. Op de top van de Puy Mary zit ik kou te kleumen, maar gelukkig breekt de zon door.

De afdaling van de Pas de Peyrol gaat vlot en ik duik Murat binnen. Het dorpje heeft vele smalle straatjes en op het plein bezoek ik een outdoorshop. Ik ben opzoek naar een camping gaz brander, want mijn MSR Dragon fly vertoont nog steeds kuren. Ik heb een nieuwe pomp sinds de vorige vakantie. Deze was in IJsland gesneuveld. Via de dealer heb ik door de goede garantieregeling (de brander is al 7 jaar oud) een vervanging gekregen, maar de nieuwe werkt niet naar behoren. De outdoorshop verwijst me naar de supermarkt. Daar hebben ze helaas ook geen branders. Als ik Murat uit fietst wordt ik overvallen door een enorme regenbui. Ik ben doornat als ik in Coltines in een kerkje even kan schuilen. Ook de temperatuur is danig gedaald.

Na een half uur pauze kan ik eindelijk weer op de fiets richting St Flour. Daar vind ik in de supermarkt een simpel camping gaz brandertje. St Flour is een prachtig stadje met een oud centrum. Bij de camping vind ik een plaatsje voor mijn tent. De camping ligt midden in het dorp op loopafstand van het centrum (€ 6,50).

Allier

Zaterdag 30 juli St Flour - Solignac sur Loire 99 km - 1565 m

Het centrum van St Flour ligt hoog op een rots. Ik daal eerst af via de D909. De weg is niet druk, het meeste verkeer gaat over de snelweg. Via smalle binnenweggetjes fiets ik door de uitlopers van de Auvergne. Nabij Saugues klim ik naar het Allier gebied. Dit is ook het gebied waar de wolf wordt vereerd met zelfs een museum. Het Allier gebied is fantastisch mooi. Het smalle weggetje is behoorlijk steil en een snelle afdaling duik je Monistrol D'Allier in. Bij Solignac sur Loire zoek een kleine gemeente camping op (€ 2,80). Ik heb mooi uitzicht op het Loire dal.

Rhone dal

Zondag 31 juli Solignac - Chabeuil 150,8 km - 1030 m

De dag begint met een klim. De weg loopt geleidelijk naar het hoogste punt bij Fay sur Lignon op 1300 meter. Het landschap is niet spectaculair, veel weilanden en golvende bergen. Daarna volgt een hele lange afdaling naar het Rhonedal. Zeker 50 kilometer loopt de weg geleidelijk naar beneden. De natuur wordt weer wat ruiger. Het laatste deel voert door uitlopers van de Ardeche. Het weer is prima en in het Rhonedal wortd het weer warm en ook drukker.Het is even zoeken waar ik de Rhone overkan. Bij La Voulte sur Rhone steek ik de Rhone over. Het is nu vrijwel vlak. Om Valance te vermijden kies ik kleine weggetjes. Monteleger raak ik een paar keer de weg kwijt. Uiteindelijk kom ik op de kleine boerencamping uit van Chabeuil. Ik word door de campingbaas uitgenodigd om een glaasje mee te drinken. Ik zie er na een warme rit van 150 km ook behoorlijk vermoeid uit. Op de prima camping a la Ferme (€ 7) maak ik een praatje met andere Nederlandse gasten. Un jour sans histoire, een overgangsrit naar het echte hooggebergte.


Col de Rousset

Maandag 1 aug Chabeuil - Chatillion en Diois 110 km - 2211 m

Als ik Chabeuil verlaat sta ik aan de voet van de Vercors. Vandaag heb ik een ritje gepland dwars door de Vercors. De eerste klim fiets je het Rhone dal uit naar de Col des Limouches. Een mooie geleidelijke klim met veel haarspeldbochten naar 1086 meter. Af en toe zie je het vlakke rhonedal.Daarna volgt een korte afdaling. Bij Leoncel tank ik de bidon vol bij het kraantje bij de kerk. Ik probeer ook wat eten te kopen, maar helaas is er geen winkeltje. Tijdens de klim kom ik een aardige Franse mountainbiker tegen. Hij is erg enthousiast over de Col de Menee, met name het uitzicht op de Mt Aiguille schijnt fantastisch te zijn.


We fietsen gezamenlijk over de Col de la Bataille, een niet al te zware klim. Na de col heb je een fantastisch uitzicht. Een korte afdaling volgt. Daarna gaat het op en af over diverse kleinere colletjes. Bij de Col de Rousset is het uitzicht spectaculair. De weg slingert met vele haarspeldbochten de Provence in. Tijdens de afdaling komen de lavendel geur je tegemoet. Ook de temperatuur neemt weer toe tot tropische waarde. In Die doe ik wat inkopen en blus de hitte met een fles Cola. Het is erg drukkend en de lucht begint te betrekken. Snel vervolg ik mijn tocht. In Chatillon-en-Dios zoek ik de camping Municapal op (€ 7,26). Een rustige oud stadje uit de middeleeuwen. Helaas begint het nu te regenen en zoek ik snel de tent weer op.


Col de Menee

Dinsdag 2 aug Chatillon en diois - Bourg d'Oisans 111 km - 2105 m

De volgende dag is het stralend weer. De dag begint met de klim naar de col de Menee door een prachtig dal. Hoe verder ik fiets het mooier het wordt. De kalkrotsen toornen hoog boven het dal uit. De top van de col is wat teleurstellend met een tunnel. Daarna volgt een snelle en lastige afdaling, waar het goed opletten is op losliggend gruis.

De Mont Aiguille is inderdaad prachtig. De rots hangt nog een beetje in de wolken, maar de omgeving is prachtig. Daarna gaat het op en af via Clelles en col Accarlas.Bij de brug van Ponsonnas over de Drac is men aan het bungee jumpen. Bij een mooi uitzichtspunt houd ik een korte stop. Bij Valbonnais gaat de weg weer geleidelijk omhoog. De laatste col is niet zwaar, maar aan het eind van een zware dag is de Col D'Ornon toch nog lastig. Het is behoorlijk afgekoeld op de top, dus ik daal snel af naar le bourg d'Oisans. Daar zoek ik dit keer de camping La Cascade (€ 11,80). Een viersterren camping die een stuk beter is dan de camping colporteur waar ik eerder heb gestaan. 's Avonds is er zelfs een bandje op het terrein die wat covers brengt.

Col de l'Echelle

Woensdag 3 aug Bourg d'Oisans -Bardonecchia 97 km - 1989 m

De Alp laat ik dit jaar links liggen. Mijn schema laat te weinig tijd over voor omwegen. De klim naar de Lautaret is bekend. Dit keer gaat het me makkelijker af dan een aantal jaar geleden, want toen waaide het behoorlijk. Tijdens de klim haal ik een Koreaan in die de Galibier gaat beklimmen. Hij fietst niet al te snel en ik laat hem al snel achter. In La grave geniet ik van het mooie uitzicht op La Meije bij het beroemde kerkje. De ijsklomp blijft mooi. Het is dan nog maar tien kilometer naar de top. Bovenop is het een drukte van belang. Vele fietsers arriveren en zwijgen neer vlak bij Jardin Alpes. Na de lunchpauze is het tijd om weer te gaan. Ik daal af naar Briancon. Het is gelukkig niet al te druk op de weg en de afdaling verloopt vlot. Aanvankelijk was ik van plan om in Briancon te stoppen, maar het is nog erg vroeg. De drukke weg naar Montgenevre ziet er niet erg aantrekkelijk uit. ik besluit daarom het vallee de la Claree in te fietsen. Dit is een brede vallei en aan het eind is een smal weggetje dat via de Col de l'Echelle de grens met Italië oversteekt. Deze was vroeger onverhard, maar nu volledig geasfalteerd. Met name de Italiaanse kant is erg fraai en ik stort via de haarspeldbochten naar beneden. In het dal is de camping van Bardonecchia al te zien liggen. De camping ligt een viertal kilometers buiten het dorp.

De camping Bokki zelf is niet veel bijzonders en aardig prijzig (€15). Ik zet mijn tent voor op het grasveldje neer.

Colle de Lys

Donderdag 4 aug Bardonecchia - Lanzo Torinese 128 km - 1254 m

De dag begint met een lange afdaling. Eerst steil naar Bardonecchia en vervolgens langzaam verder. Het weer wordt steeds beter. Ik fiets langs de splitsing naar de Sommeiller een van de steilste wegen van Italië, alleen kan je deze beter met de ATB beklimmen. De parallel weg is rustig want het verkeer gaat over de snelweg. Bij Susa passeer ik de afslag naar de Colle delle Finistere, bekend van de Giro als een van de laatste onverharde wegen tijdens de door Salvoldelli gewonnen Giro. Deze laat ik ook voor een andere keer. De echt hoge bergen verdwijnen. Bij Rubiana sla ik af naar de Colle de Lys. Deze col is met 1311 meter niet zeer hoog, maar ligt aan de rand van de vlakte bij Torino.De weg kronkelt en is erg smal. Op de top is een parkeerplaats met een mooi uitzicht op de omgeving. Ook kan je uit de bronnetjes je bidon bijvullen. Bij de afdaling is een grote kudde schapen die de hele weg vastzetten. Langzaam fiets ik door de kudde en heb daarna lange tijd de weg alleen. Na vele bochten kom ik in Viu weer op een iets bredere weg. In Lanzo Torinese is het even zoeken naar de camping. Bij diverse winkeltjes vraag ik de weg, uiteindelijk is een vriendelijke Italiaan bereid om me met zijn Mercedes naar de camping te loodsen. De weg is erg lastig te vinden en uiteindelijk kom ik op de vrijwel lege camping aan (€ 8). Italianen die houden niet zo van kamperen en zitten liever een hutje.

Ook de camping is wat vervallen en een deel van de toilet is afgesloten. De camping baas is echter erg behulpzaam en de camping is voor Italiaanse begrippen niet duur.


Ivrea

Vrijdag 5 aug Lanzo - Torrazo 91 km - 624 m

Ik fiets vandaag de bergen uit en direct de po-vlakte in. Het is in het begin lastig navigeren. Mijn Michelin kaart is niet gedetailleerd genoeg en uiteindelijk volg een fietsroute. Deze volgt kleine landweggetjes, maar de weg is niet altijd duidelijk aangegeven. Ik sla dus een paar keer een verkeerde weg in. Nabij San maurizio wordt de weg weer wat duidelijker.

De weg loopt parallel aan de snelweg. Ook merk je dat de steden zoals Torino niet ver weg liggen. Langs de weg staan allemaal stoelen. Ik verbaas me er even over maar al snel kom ik achter de bedoeling. Ik zie voornamelijk donker getinte dames verveeld op de stoelen zitten in de middle of nowhere. Het straatje blijkt de hoerenbuurt te zijn. Frapante plaats om je plezier in het riet te beleven. Je verwacht zo iets niet op de po vlakte. Erg naargeestig.

Ik fiets door het aardig plaatsje Ivrea.Ik parkeer mijn fiets en wandel door de prachtige binnenstad. Ik wandel langs de dom en het fort met vier torens.

Even buiten Bollengosla ik de rustige SS338 in. De weg slingert omhoog naar 585 meter. Bij Torrazzo kampeer ik op een rustige camping della Serra (€ 8), midden in het dorp op redelijke hoogte. Ik maak nog een korte wandeling en geniet van het mooie uitzicht.

Torrazo

Zaterdag 6 aug Torrazo - Varano Borghi 122 km - 1161 m

Ik daal af naar Biella. Daar is het even zoeken naar de juiste weg. ik mis een afslag en zit op de weg naar Tollegno. Omdraaien heeft niet vele zin, want het klimt al behoorlijk. De weg kronkelt omhoog. De Povlakte is duidelijk achter de rug. Via smalle weggetjes en kleine dorpjes kom ik in Valle Mosso weer op de juiste weg. De hoofdweg is een stuk minder steil. ik daal vervolgens via een lange geleidelijke afdaling naar Borgosesia. In dit dorpje begint de lucht te betrekken en besluit na een korte pauze snel verder te fietsen. De wegen worden weer drukker en nabij Arona is het even zoeken naar de goede weg. In Vergiate klim ik steil naar het dorpje Cuirone. Daar blijkt geen camping te zijn, maar wel bij het meer Varano Borgi. Het wordt al donker als ik bij de overvolle camping La Madunina beland (€16). Weinig plekken en het is er erg lawaaierig. Geen aanrader. Ik parkeer tussen de huisjes op een grindvlakte. Het uitzicht op het meer vergoed echter veel en na een snelle maaltijd duik ik de slaapzak in.

Varenna

Colico

Zondag 7 aug Varano -Colico 111 km - 807 m

Via Varese fiets ik naar het merengebied. In Varese fietst een Italiaan een stukje met me mee. Converseren gaat wat moeizaam, maar we begrijpen elkaar. Onderweg moet ik even bij Malanete van de fiets omdat de plaatselijke wielerronde wordt gereden. De SS342 blijkt gelukkig niet al te druk te zijn en zonder veel moeite fiets ik Como binnen. De grote campings buiten de stad zien er niet aantrekkelijk uit. Como is een prachtige stad. Aan het meer eet ik mijn lunch en ik maak wat rondjes door de binnenstad. De stad is autoluw, omdat er veel wandelpromenades zijn. Als ik Como verlaat fiets ik langs het fraaie Comomeer. De hellingen zijn steil met vele bergdorpjes, maar de weg loopt rustig langs het meer geleidelijk op en af. Vaak is het asfalt slechts een auto breed en de dorpjes hebben vaak kleine haventjes. Madonno Di Ghisallo bekend bedevaartsoord voor fietsers laat ik links liggen en bij Bellagio steek ik met het pontje (€ 4,10) over naar Varenna, een kleurrijk dorp. De oorspronkelijk route door de alpen naar Valsassina laat ik varen vanwege slechte weersvoorspellingen en ik volg de weg tot Colico waar ik een camping op zoek. De camping aan het strand is vol, maar enkele kilometers terug is gelukkig wel een prima camping Piona (€10).

Adamello

Maandag 8 aug Colico - Edolo 100 km - 1274 m

Er zijn weinig wegen die de verbinding vormen tussen west en oost Italië. Dat betekent dat als je de bergen overslaat in een overvol dal terecht komt. Het eerste deel kan ik nog de secundaire wegen gebruiken, maar die beginnen enorm te klimmen. Nabij Morbegno blijkt dit nauwelijks meer te doen te zijn en volg ik de drukke S38. Deze niet aantrekkelijke weg is behoorlijk druk met vrachtverkeer. Het dal tot Sondrio is uberhaupt niet erg aantrekkelijk. Ik ben blij als ik kan afslaan naar de Passo dell Aprica. Deze klim is niet al te lastig met een aantal kleine tunneltjes. Op de col van de Aprica is een skidorpje gevestigd. De afdaling verloopt vlot en er ontvouwt zich een prachtig uitzicht op de Adamello groep. Even voor Edolo beland ik op de camping Adamello. Dit is een mooie camping met gras. De camping baas vertrouw ik niet helemaal, want hij wil geen prijs aangeven van de camping. Uiteindelijk moet ik met 17 euro de hoofdprijs betalen.


Livio

Dinsdag 9 aug Edolo - Caldaro 122 km - 2056 m

Ik zit weer midden in het hooggebergte. Ik passeer de afslagen naar de Mortirolo en de Gavia. Beide heb ik al een keer gefietst dus hoef ik niet meer te beklimmen. In Ponte di Leggo doe ik eerst boodschappen. Daarna volgt de klim naar Passo Tonale. Helaas begint het weer dan wat te betrekken. Na een paar regendruppels trekt de bui gelukkig weg. De route om de Brenta alpen heen en over de stevige col laat ik voor een andere keer. Ik heb weinig zin om veel in de regen te fietsen.In Livo fiets ik door de wijnstreek. Het landschap verandert van smalle dalen naar liefelijke hellingen en mooie bergdorpjes. De Tiroler invloed wordt duidelijk merkbaar. Alles is een stuk vriendelijker en minder grimmig. De klim naar de Mendelpass (1353 m) is vanaf deze kant een piece of cake. De klim is niet zwaar. Op de top heb je een prachtig uitzicht op de dolomieten. De afdaling is des te heftiger. Vele haarspeldbochten, steile stukken. Het is al laat als ik Caldero arriveer. De camping Gretl Am See (€14) is een prima drie sterren camping met alle gemakken, welkom in sud Tirol.


Colle Santa Lucia

Woensdag 10 aug Caldaro - Masare 96 km - 2165 m

Het is een mooi weerzien met de Dolomieten. De dag begint met prima weer. De klim vanaf Ora is niet al te lastig. Op het hoogste punt houd ik een lunchpauze, waar het helaas begint te betrekken. De S48 is niet al te druk ondanks dat het een van de hoofdaders is van de Dolomieten. Ook gaat de fietsweg vaak over een rustiger parallel weg. Ik bezoek een kleine waterval. Na Predazzo begint de klim naar de Passo di Valles. Het begint tijdens de klim langszaam te regenen en af te koelen. Bovenop de pas is het weer volledig omgeslagen. Enorme regenbuien maken de afdaling spekglad. Behoedzaam daal ik af. Het plan was om in Alleghe een camping op te gaan zoeken, maar de regen maakt het kamperen niet aantrekkelijk. In Cencenighe ga ik opzoek naar een pensionnetje, maar kan niets geschikts vinden . Nabij Masare vind ik rond acht uur gelukkig het prettige Villa Dori, een restaurant pension (halfpension €70,40). Daar kan ik mijn spullen laten drogen, de fiets gaat in de garage en geniet van een heerlijke Italiaanse maaltijd. Echt helemaal top.

Selva di Cadore

Staulanza

Donderdag 11 aug Masare - Pieve di Cadore 85 km - 1946 m

De volgende dag is het nog steeds zwaar bewolkt, maar wel opgehouden met regenen. Dit keer wil ik de zuid kant van de Dolomieten fietsen. De eerste klim is via Alleghe naar Colle Santa Lucia. Daar is een mooi uitzichtspunt op de omgeving.De weg klimt verder naar Selva di Cadore. Daar begint de Staulanza pas (1773 meter). Ik klim in rustig tempo omhoog. Een hele wielervereniging haalt me in. Er zijn grote verschillen, want de laatste komt me met hangen en wurgen voorbij. in Zoldo Alto geniet ik even van een zonnetje, die al weer snel plaats maakt voor donkere onweerskoppen. Ik stap daarom weer snel op de fiets richting de Passo Cibiana (1530 meter). Dit is een aardige pas. Een smal weggetje kronkelt omhoog. Bovenop de top trekt het helemaal dicht. Ik blijf nog even schuilen. Hier begint ook de wandeling naar het museum Monte Rite van Reinhold Messner, de legendarische bergbeklimmer.

De afdaling is erg lang en gaat door een ruig gebied. Cibiana Cadore ziet er erg geisoleerd uit. Na vele kilometers dalen kom ik in Calazo di Cadore. Het is even zoeken naar de camping want deze ligt buiten het dorp aan de andere kant van het meer bij International Camping di Cologna (€ 10). Ook hier begint het 's avonds weer te regenen.

Cibiana

Vrijdag 12 aug Pieve di cadore - Alesso 88 km - 1279 m

's ochtends koop ik bij de bakker van Lozzo di Cadore op het pleintje een brood. Het is een drukte van belang want ze verkopen lekker brood. Naats het plein staat de hoge toren van het kerkje. In Lozzo begint de klim, eerst naar het dorpje Vigo di Cadore, maar al snel wordt het weggetje erg stil. Onregelmatig klimt de klim omhoog naar de Sella Ciampigotto (1790 m). Een passage met haarspeldbochten is erg lastig en de weg loopt op tot meer dan tien procent. Op de top van Forcella Lavardet is een plateau met wat boerderijen, weer heel anders dan de desolate klim. De afdaling door Val Pesarani gaat voorzichtig want op het kleine bosweggetje is weinig overzicht. Aan het eind van het dal kom je bij Ovaro, aan de voet van de beruchte Zoncolon. Deze laat ik wederom links liggen, helaas te weinig tijd. Ik daal verder af naar Tolmezzo, waar de weg weer een stuk drukker wordt. Via de smalle S 512 fiets ik naar het meertje Lago di Cavazzo. Daar zijn twee campings gevestigd (€12). Als ik mijn tent neer zet begint het te regenen.

Julius Kugy

Zaterdag 13 aug Alesso - Bovec 67 km - 1104 m

Het regent de hele ochtend en ik draai me nog eens om. Het wil maar maar niet droog worden. Tegen twaalf uur ben ik het zat en breek mijn tent af. Dan maar nat worden, want op de camping is niet veel te beleven. Gisteren is een lading Tsjechen gearriveerd, dus het is ook niet zo heel rustig meer.

Bij Gemona wordt het gelukkig al weer droog en zie je dat de wolken in de Dolomieten blijven hangen. Gemona di Fruili is een prachtig stadje met oude gebouwen. Het is even klimmen om bij het oude centrum te komen en de kasseien zijn nog glad van de regen. Een oude toegangspoort geeft toegang tot het centrum. Ik vervolg me weg. In Tarcento doe ik me laatste inkopen in Italië. De rustige S 646 klimt naar de Passo di Tanamea waarna de grens met Slovenië wordt gepasseerd. Ik hoeft niet te stoppen.

De sfeer van Slovenië is compleet anders dan Italië. De dorpjes zien er veel verzorger uit en alles oogt vriendelijker. In Bovec zoek ik de camping op (Kamp Polovnik 1721 tolars, € 7). Ik kan gelukkig met euros betalen, zodat ik niet hoeft te pinnen. De Julische alpen zien er met de donkere wolken dreigend uit.

Vrsic

Zondag 14 aug Bovec - Dovje 63 km - 1320 m

Het weer is vandaag volledig opgeklaard. Ik koop eerst een brood bij de bakker. De eerste 10 kilometers van de klim volgen de vallei van de Soca. Ik passeer nog een aantal campings, Slovenie is een hele verademing in vergelijking met de campingdichtheid van Italië. Vanaf Trenta wordt het steiler en steiler. De laatste 10 km van de Vrsic zijn een verschrikking, gemiddeld 10% met uitschieters naar boven van 17%. Dit behoort tot de mooiste maar ook steilste passen van de tocht. De natuur is prachtig. Ik bezoek nog het monument van Julius Kugy die naar de prachtige natuur kijkt.

Het wordt mooier en mooier. Bovenop de top is het uitzicht op de Julische alpen immens mooi. Dan begint een waanzinnige afdaling. Super steil met kasseien in de bochten. Op sommige plaatsen is het zelfs lastig dalen zo steil is het. In Kransjka Gora is het moois weer voorbij en geniet ik bij het meertje nog van het mooie uitzicht. Ik fiets door naar Dovje waar ik even buiten het stadje een prachtige camping vind (Kamp Kamne 1700 tolars, € 7).

Bled

Maandag 15 aug Dovje - Bled -Dovje 79 km - 972 m

Het mooie weer van de vorige dag is weer verdwenen. Er hangt veel bewolking boven de bergen. Het is wel droog, dus ik begin met een tocht naar Bled. Het eerste deel gaat over de grote weg. De eerste kilometers kan een fietspad volgen. Slovenië is prima ingesteld op fietsers en in tegenstelling tot Italië fietst hier iedereen. Als ik de doorgaande weg afsla naar Bled wordt de weg al snel smaller. Even verder is het asfalt zelfs weg en krimpt de weg tot een pad van 2 meter breed. Verbazingwekkend dat dit de grote doorgaande weg naar Bled is, ik kan me het nauwelijks voorstellen. Bij Bled wordt het weer drukker. Dit is een toeristisch dorp, mooi gelegen aan het meer. Ik ontmoet een grote groep fietsers, een Cycletours groep. Zij maken een tocht door Slovenië en hebben twee weken vrij slecht weer gehad. Dan vallen de paar buitjes die ik onderweg heb gehad dus wel mee.

In Bled fiets ik rondje rond het meer en maak mijn laatste Sloveense muntjes op. Via de onverharde binnenweg door het Radovna fiets ik weer terug naar Dovje. Het eerste deel is prima te fietsen tot aan de voet van de Triglav, de hoogste berg van Slovenië. Daarna volgt een stevige korte klim. Als ik in Mojstrana kom heb ik nog voldoende tijd voor nog een stukje. Ik fiets naar het Vrata dal. Eerst passeer ik de Pericnik waterval. Daarna gaat afwisselend vlak en erg steil op een half verharde weg tot aan een parkeerplaats waar de weg ophoudt. Bij een berghut parkeer ik mijn fiets en wandel een stukje in de omgeving. De wolken wijken af en toe zodat een glimp van het hooggebergte op te vangen is. Hier beginnen de de beklimmingen naar de Triglav. Hier staat ook een grote karabiner is ter ere van de verzetshelden in 2e wereldoorlog. Ik bewaar dit voor een volgende keer.

Vrata dal

Dinsdag 16 aug Dovje - Villach 79 km - 654 m

Vandaag is het de laatste dag. Mijn fietsbus vertrekt vanaf Villach net even over de grens in Oostenrijk. Ik fiets weer over het fietspad naar de grens. Bij de Würzenpas is het even klimmen. De afdaling voelt zeer steil aan en in korte tijd later fiets ik Villach binnen. Het is nog vroeg dus na een kort stadbezoek fiets ik via een fietsroute nog naar het Ossiacher See. Ook hier in Oostenrijk zijn veel fietsers en de routes worden goed bereden.

Als ik terug ben in Villach eet ik nog een lekker ijsje en daarna ter vulling een broodje kebab. Bij de stop van de fietsbus staan nog drie andere fietsers die met bepakking hebben gefietst. Het duurt een tijdje voordat de bus komt. Met een uurvertraging kunnen we de fietsen weer in de bus laden. In de bus zit de hele Cycletours groep die ik de dag daarvoor in Bled ben tegengekomen.

Villach

Woensdag 17 aug Villach - Utrecht

De bustocht verloopt zonder verder al te veel problemen. Na een lange busrit zit de tocht erop.Een tocht dwars door de alpen van west naar oost met verschillende landen en verschillende omstandigheden.Frankrijk is bloedheet geweest, Italie vochtig en Slovenië vriendelijk en gastvrij.


 

De route van de Dordogne naar Slovenië

 


© 2007 Luddo Oh