Klimmen in de Dolomieten

voorjaar 2000

[naar de index


Klik op de kleine foto's voor meer detail


Zondag reisdag Veldhoven-Canazei
Met een niet al te verse Peugeot 106 Ralley gaat de rit richting de Dolomieten. De Peugeot zal worden ingeruild voor een snellere Gifkar, een Subaru Impreza met flink meer PKs. Het is dus tijd om de 106 flink af te raggen. De 106 heeft echter te kampen met wat vermoeidheidsprobleempjes aan het eind van zijn levensduur. De remmen lopen aan en in de achterband zit een haarscheurtje. Gelukkig heb je in de bergen je remmen nauwelijks nodig en zullen de banden in de bochten ook niet op de proef worden gesteld...

Zonder problemen komen we in Canazei om 20:30 aan, waar we een hotel opzoeken omdat het te laat is om nog op een camping te komen. De dag sluiten we af met een "niet al te lekkere" pizza van het plaatselijke restaurant Laurin.

Maandag Canazei- Marmolada - Pordoi - Canazei 75 km (2100 meter)
's Ochtends staan we op om een beetje de Giro na te doen, die daar de vorige dag is langsgeweest. De dranghekken staan er nog. We beginnen met de Marmolada (oftwel de Fedaia) van de makkelijke kant. Onderweg komen we een paar racefietsers tegen. Na een vijftiental kilometers
staan we op de top van de de Marmolada. Het uitzicht op de Marmolada Gletsjer is prachtig. De Marmolada hebben we echter niet beklommen voor het uitzicht, maar wel voor de fantastisch snelle afdaling. Na de steile haarspeldbochten kunnen we op het rechte stuk van 15% de maximum snelheid uittesten. Helaas waait het wat en blijft mijn teller steken op 85,2 km per uur. In het dorpje Palue besluiten we nog het smalle eenrichtingsverkeer weggetje door de kloof te volgen. Na wat spectaculaire kilometers komt deze weg weer bij de hoofdweg uit, waar we de afdaling weer vervolgen.
Een lunchende familie biedt mij een glas wijn aan, die ik wijselijk afsla.

De klim vanaf Rocca Pietore naar Pieve met een hoogteverschil van 460 meter in 6 kilometer valt erg tegen. Met name een hongerige maag maakt de klim lastig. In Pieve vallen we een restaurant binnen en vullen onze lege magen met een warme soep en een bord spaghetti. Tijdens deze pauze valt de regen met bakken uit de hemel. Als het droog is bestijgen/beliggen we weer onze fietsen. Als toetje krijgen we vandaag de Pordoi, vanaf de oostkant een prachtige col langs het Sella massief met veel haarspeldbochten.
Op de top heeft Johan weer een half uurtje moeten wachten. De Blue Glide is nog steeds geen berggeit. Met een gemiddelde snelheid van zeven kilometer per uur krijgt de ligfiets al snel de benaming 7-Up.
Na een rustige afdaling eindigen we in Canazei, waar we de fietsen in de auto laden op zoek naar een camping.

De camping van Alleghe kunnen we in eerste instantie niet vinden, terwijl ik me hem nog wel herinner dat we er zes jaar geleden langs hebben gefietst. Als we terugrijden blijkt dat de camping gesloten is. Het toeristenseizoen is nog niet begonnen. De camping in Falcade ziet er ook niet echt aantrekkelijk uit, zeker niet als het met blijft regenen. Van pure ellende zoeken we een Zimmer Frei op in Avoscan. We zijn de enige gasten van dit leuke pension, waar de baas een groot parkieten liefhebber is. De parkieten vliegen door de zaal. 's Avonds we twijfelen even of we niet wat gevogelte willen hebben, maar kiezen toch maar voor een lekkere biefstuk.

Dinsdag Avoscan - Passo Duran- Staulanza - Avoscan 73 km (1828 meter)
We beginnen met een vlak stuk tot Agordo. Vanaf daar begint de Passo Duran met behoorlijk stevige stijgingspercentages. Aan de voet staat dat de col gesloten is maar we beginnen toch met de klim. Het smalle weggetje kronkelt en stijgt onregelmatig. Het is rustig want slechts enkele auto's wagen de tocht naar de top.
Na 13 kilometer en 990 hoogtemeters bereiken we de top. De afdaling is smal, steil en verradelijk. Lange tijd volg ik een motor in de afdaling tot aan Villa. In Villa begint het te regenen en besluiten we wederom de wachttijd te veraangenamen met een maaltijd. De ligfiets krijgt weer veel bekijks van de plaatselijke bevolking.
Nadat het droog is geworden starten we met de Staulanza pas. Deze is niet zwaar en het bewolkte weer maakt het uitzicht niet mooier op. Halverwege begint het te zachtjes mot te regenen. Na 1773 meter heeft de klim er genoeg van. De afdaling tot Caprile verloopt zoals altijd snel. Daar wacht ik tot Johan ook is afgedaald en wederom krijgt mijn fiets bekijks. Het wegdek is nog vochtig van de vele regen die vandaag is gevallen. De laatste kilometers gaan bergaf richting het pension. Maar in een haarspeldbocht naar links vlak voor Avoscan gaat het mis. Mijn achterwiel slipt weg op een oliespoor en ik schuif enkele meters over de weg. De fiets heeft niets, mijn jas, broek en fleecetrui zijn beschadigd en ik houd er een aantal schaafwonden aan over op de enkel, heup en de elleboog. Altijd vervelend zo'n valpartij, maar gelukkig gebeurde het niet met 80 km per uur.
We laden de fietsen in de auto en rijden via de zeer toepasselijke Passo de "Valles" naar Bolzano. In Bolzano vinden we na een tijdje zoeken de camping even ten westen van Bolzano. De avond besluiten we in een restaurant met zeeduivel met zeer behulpzame bediening. De wijn mogen we absoluut niet zelf inschenken. Twee obers zijn druk bezig om de gasten in de watten te leggen. De prijs is er dan ook wel naar, maar het eten is voortreffelijk.

Woensdag Bolzano- Passo di Nigra 87 km (1900 meter)
De dag begint mooi. We besluiten om even Bolzano de steilste klim van de Dolomieten proberen te beklimmen, de Rafensteinerbergstrasse. De klim is gemiddeld 21% over de eerste 2,6km. Een klim met stijgingspercentages van meer dan 30% blijkt echter te veel van het goede. Na twee bochten sta ik stil. Johan is al eerder afgehaakt. We duwen en slepen de fietsen omhoog. Dit straatje is echt te steil om te fietsen en eigenlijk ook te steil om te lopen. Na een uurtje zweten staan we bij de ruïne van Rafenstein. We lunchen in de warme zon.
Na een steile afdaling langs een aantal tunnels over de normale weg fietsen we dwars door Bolzano naar Prato all Isarco. Op het terrasje aldaar begint het te regenen. We schuilen tot de regen is opgehouden en starten dan met de Passo di Nigra. Het smalle weggetje volgt het dal van de Tires. Even voorbij Breien gaat de weg steil omhoog en stijgt met percentages tot 24%. Vooral de laatste kilometer voordat de oude weg weer bij de nieuwe weg aansluit is moordend steil. We maken een praatje met een tegemoetkomende Duitse fietser. Hij is in Toblach gestart en via de Pordoi nu aan zijn laatste etappe bezig. Vanavond neemt hij de trein terug naar huis.
We overtuigen hem om de oude steile weg te nemen, en al juichend daalt hij via de steile weg af. Wij vervolgen onze weg naar de Passo de Nigra. Even na Tires hebben we een prachtig uitzicht op de Rosengarten gruppe. De laatste kilometers naar de top verlopen door het bos met af en toe weergaloze uitzichten op de rotsklompen en in de verte besneeuwde pieken van de Italiaanse Alpen.
De lange afdaling volgt het mooie Eggental, door een smalle kloof. In Bolzano fietsen we dwars door de binnenstad. De fiets trekt uiteraard veel bekijks. Bolzano is een mooie levendige stad. 's Avonds eten we een niet bijzondere maaltijd in een stad bij Da Abramo, een van de weinige restaurants die open is. Het is zeker geen aanrader.

Donderdag Bolzano - Penser Joch, Jaufenpass 152 km (3100 meter)
De Penserjoch start direct in Bolzano. Via een vijftien tal tunnels kruipt de weg door Sarntal. De tunnels zijn niet al te lang en het verkeer is nog niet op gang gekomen. Na een lunch in Astfeld fietsen we langzaam door het steeds woester wordende Penser tal. Na Weissenbach worden de laatste 900 hoogtemeters overbrugd. Bovenop de col (2215 meter) is het druk met vele motorrijders. Na een korte rustpauze en het vullen van de bidons dalen we af naar Sterzing. In de bochtige afdaling blijft de snelheid beperkt. Dichte bossages maken de weg onoverzichtelijk en op de steilste stukken ontmoeten we enkele omhoog ploeterende fietsers. In het dal komt Johan tot zijn schrik achter dat hij zijn rugzak op de top heeft laten staan.
In de rugzak zit zijn geld, zijn rijbewijs en de autosleutels! Zonder zijn rugzak kunnen we niet naar huis. We proberen een lift te vragen bij enkele passerende automobilisten, maar helaas gaat niemand meer naar de pas. Uiteindelijk besluit Johan terug te fietsen en ik zal alleen het rondje proberen af te maken.
De Jaufenpas is niet lastig. De klim stijgt in 15,4 kilometer van 948 meter naar 2099 meter. De kilometers beginnen wel te tellen en om half zeven sta ik op de top. In de bar op de top koop ik een cola, een mars en een reep chocola. Na weer op krachten zijn gekomen begin ik aan een prachtige en zeer lange afdaling. De weg kronkelt langs duizelwekkende afgronden naar beneden. In ruim twee uur leg ik laatste 68 kilometer af en kom net voor donker op de camping aan. Johan is al gearriveerd en heeft zijn rugzak gelukkig in zijn geheel teruggevonden. De dag sluiten we af bij een Mexicaan in de binnenstad.

Vrijdag St Leonhard in Passeier - Timmelsjoch 65 km (1800 meter)
Met de auto rijden we naar St Leonhard aan de voet van de Timmelsjoch. Een Franse fietser op de camping heeft deze klim aangeraden. Hij had gisteren hetzelfde rondje afgelegd maar daarbovenop nog de Timmelsjoch gefietst. Dat betekent een hoogteverschil van 4000 meter, ruim 200 kilometer in een kleine tien uur.
We parkeren de auto voor een pension en laden onze fietsen uit. Even voorbij Moos in Passeier stoppen we om de voedseltekorten aan te vullen. De laatste tien kilometer zijn zwaar, maar bijzonder mooi. Via vele haarspeldbochten en met besneeuwde pieken en sneeuwresten langs de weg fietsen we door een prachtig berglandschap. Na een donkere 500 meter lange tunnel is het zwaarste voorbij en wordt de top op 2500 meter bereikt. In de afdaling hebben we eindelijk tijd om vele foto's te schieten van deze prachtige pas.
Bij de auto aangekomen besluiten we bij restaurant Sandwirt te gaan eten. Het is duidelijk dat dit plaatsje in het Sud-Tirol gedeelte bevindt. De Tiroler liedjes galmen uit de speakers en ook de mensen met Lederhosen doen erg Oostenrijks aan.
Na de maaltijd moeten we nog opzoek gaan naar een geschikte kampeerplaats. Aanvankelijk willen we aan de voet van de Mortirolo staan, maar dit is door het late tijdstip niet haalbaar. We besluiten naar Niederdorf aan de noordkant van de Dolomieten te rijden. Na een zeer snelle rit arriveren rond tien uur bij de camping in Niederdorf. Gelukkig is de bar bij deze luxe camping open en kunnen we onze tent op het terrein opzetten.

Zaterdag Niederdorf - Plätzwiesen - Col san Angelo (1200 meter)
Als we op staan is het zoals gewoonlijk prachtig weer. Als we echter net op weg zijn worden we overvallen door een zware regenbui. We schuilen een aantal minuten bij een bushokje. Als het droog is starten we aan de klim naar Plätzwiesen. Deze klim gaat langs het Fanes-Sennes-Braies gebergte. Opvallend veel ATB-ers zijn ook bezig met de klim. De laatste 4 kilometer zijn vrij steil. Bovenop de top zijn veel fietsers en wandelaars. Op de top hebben we een korte ontmoeting met een Nederlander die al vele jaren in de Dolomieten komt.
Het asfalt houdt op en de oude militaire is onverhard. Nu begrijpen we dat we zo weinig racefietsers en veel mountainbikes onderweg hebben gezien. Omdat op de kaart de weg bereidbaar lijkt dalen we met een slakkegangetje toch af. De weg is eigenlijk niet zo geschikt voor onze fietsen, maar terugkeren heeft niet zo veel zin. Vlak voor het eind van de afdaling rijdt Johan lek.
Bij Schluderbach bereiken we weer het asfalt en beginnen aan de klim naar San Angelo. Bij het prachtige meer van Misurina aangekomen houden we een korte stop. De plaatselijke Spar heeft wel hele opmerkelijk flessen wijn in etalage staan. Gebroederlijk staan flessen met etiketten van Hitler, Mussolini en Che Guevara naast elkaar onder het mom van historische wijn. Het is al te laat om het gehele rondje af te leggen. Een beklimming van de Drei Zinnen zie ik op mijn ligfiets niet zo zitten en de hebben we zes jaar geleden al gefietst. We besluiten om maar terug te keren naar de camping. Tijdens de afdaling worden we overvallen door een zware regenbui. 's Avonds eten we in het restaurant bij de camping.

Zondag Niederdorf- Nederland
's Ochtends vroeg breken we op voor de terugreis. De terugreis verloopt door files en verkeersdrukte tot aan Frankfurt traag. Pas om half tien 's avonds na twaalf uur rijden zijn we terug in Nederland.

© 2000 Luddo Oh