Beren en Bergen - Canada 2004

[naar de index]



Klik op de kleine foto's voor meer detail 


uitzicht op de rockies

Woensdag 28 juli 2004 Schiphol –Vancouver – 30 km - 199 meter hoogteverschil

Om 13:00 vertrekt Martinair naar Vancouver. Al jaren staat Canada op mijn verlanglijst, maar dit jaar is het eindelijk zover. Doel is een rit tussen Vancouver naar Calgary over de hoogste toppen van de Rockies. Met name het gebied rond Banff en Jasper staat bekend als een van de mooiste berggebieden ter wereld. De passen lopen tot ruim 2000 meter.

Om op tijd te zijn fiets ik om negen uur naar het station. Bij het station breekt door een onhandige beweging een van de haakjes van mijn Karrimor achtertas af. Ik rijd snel naar de dichtstbijzijnde fietsenmaker, maar die is met vakantie. Buitensportzaak Kathmandu opent pas om 10 uur, dus is ook geen optie. Dan maar het in Vancouver proberen en hopen dat ze Karrimor haakjes hebben.

Op het vliegveld check ik mijn bagage en mijn fiets in. Er is nog even discussie of ik voor mijn fiets 80 euro extra moet betalen. De regels zijn sinds 1 mei veranderd en nu mag je 2 stuks bagage meenemen, waaronder een fiets. De grondstewardess houdt echter vol dat ik moet betalen. Een ander wijst gelukkig op de nieuwe regels en mijn fiets kan met een gerust hart achtergelaten worden.

De vlucht zit aardig vol. Ik zit bij het raam en heb daarmee erg goed uitzicht. Vanaf Groenland is het vrijwel onbewolkt en krijgen we schitterend uitzicht voorgeschoteld op de ijsberen en -bergen met daarna Canada en tenslotte de rocky's. Jasper, Mount Robson, de bergmeren en Vancouver zijn allen goed te zien.

Na het afhalen van de bagage haal ik mijn fiets op die ongeschonden de reis heeft ondergaan. Ik heb het frame met isolatiebuis beschermd en daarover heen een stuk plastic. Dit is de handigste manier als je een lange tocht maakt. Je hoeft niet te slepen en in een doos weet je ook niet wat er allemaal bovenop wordt geplaatst.

Na geld te hebben gepind en de bidons te hebben gevuld verlaat ik de terminal. Het is al meteen warm. Het is altijd weer even onwennig om in een nieuw land te fietsen. Via de brede wegen bereik ik Vancouver waar ik al snel een fietsroute vind. De fietsroutes in Vancouver volgen de rustige wegen en zijn perfect. Allereerst ben ik op zoek naar een fietswinkel. Via de prima footprint van West Canada heb ik al wat adresjes opgespeurd. Ze zijn geconcentreerd rond Broadway en de 10Th avenue allen in de buurt van de gigantisch grote Moutain Equipment Coop (130 West Broadway). Al snel blijkt dat Karrimor niet een merk is die veel verkocht wordt in Canada. Bij de bike doctor (163 West Broadway) kan ik wel Ortlieb-haakjes krijgen en wonder boven wonder passen deze precies!

Na de haakjes te hebben gemonteerd fiets ik via Cambie street naar downtown. In Nederland had ik al bij St Clair Hotel een kamer geboekt (sourceentvan@sprint.ca). Tegen het absoluut bodem tarief van 25 dollar per nacht krijg je een kamer midden in downtown. De kamer is zelfs goedkoper dan de camping die in het noorden een heel eind van het centrum afligt. De buurt is wel ok. De fiets moet wel mee de kamer in, want een andere bergruimte hebben ze niet. Dat betekent wat gesjouw over steile trappen, maar dat heb ik er graag voor over.

De kamers zijn sober maar schoon. Toilet en douches zijn op de gang.

Na opgefrisd te hebben bezoek ik de highlights van de stad (Gastown, Canada place, china town, downtown, Granville island) en eet ’s avonds bij de Mexicaan op de Davie street.


Grouse Mountain

Donderdag 29 juli 2004 Vancouver – 70 km –646 meter hoogteverschil

’s Ochtends ben ik al vroeg op en eet om de hoek bij het hotel een stevig ontbijt. Ik pak de fiets en rijd naar Stanley park. Dit is een stadspark gelegen tegen downtown aan, waar veel gefietst, geskeelerd en hardgelopen wordt. Ik maak een rondje langs de seawall promenade. Via de Lions gate bridge fiets ik naar noord Vancouver. Het even zoeken naar de goede afslag van de Capiliano road. Hier volgt een korte klim naar het eindpunt van de weg aan de voet van Grousse mountain.

Je kan hier met de kabelbaan omhoog, maar veel leuker is natuurlijk de wandeling. Veel mensen uit Vancouver wandelen en rennen hier omhoog. De klim is niet al te lang maar zeer steil. Al snel merk ik dat ik iets rustiger tempo aan moet houden. De jetlag zit nog duidelijk in de benen. In ruim een uur ben ik boven. Hier ontvouwt zich een majestueus uitzicht op de stad. Na een korte niet al te interessante wandeling op de top pak ik de kabelbaan voor 5 dollar naar beneden.

Via de Lions bridge fiets ik langs de kust over de marine drive via de vele stranden van Vancouver. Bij de universiteit neem ik de 16 avenue richting broadway. ’s Avonds eet ik in het populaire maar zeer goede Singaporese restaurant Kam’s place op 1043 Davie.


Eten in de boom in Whistler

"You are in bear country"

Vrijdag 30 juli 2004 Vancouver – Whistler 144 km – 1939 m hoogteverschil

Vandaag de eerste serieuze tocht. Na een uitgebreid ontbijt met Bacon and Eggs fiets ik om 8 uur Vancouver uit. Bij een benzine pomp probeer ik mijn brandstof te tanken voor mijn gasbrander. Zoals in Amerika ga ik eerst naar de pomphouder om te betalen. De pomphouder kijkt me woest aan en roept "dat is hartstikke verboden. Je moet in een campingwinkel camping brandstof kopen". Mijn reactie dat ik dit al jaren doe in verschillende landen maakt geen enkele indruk. Het levert een nog overspannen reactie op: "Ze kunnen mij daar voor doodschieten, ik maak geen grapje". Niet iedereen is dus even behulpzaam in Canada.

Even buiten Vancouver volg ik een fietsroute. Deze fietsroute gaat echter steil de bergen in en loopt verder over onverharde paden. Het is daarna weer even zoeken naar de rustige marine drive. Bij horeshoebay is de rust over. Hier ben ik gedwongen de highway 99 te volgen. Volgens sommige is dit de dodenweg. Zeer druk zonder vluchtstrook. Het is inderdaad een stukje drukker dan de Marinedrive, maar dodenweg is erg overdreven. De vluchtstrook is inderdaad niet zo breed, maar heeft normale afmetingen en prima om te fietsen.

De sea-to-sky highway volgt de prachtige Howe sound. De bergen van de coast mountains reiken tot aan het water. In Squamish probeer ik nogmaals mijn brander bij te vullen. Ik tank gewoon, en de pompbediende is verbaasd als ik voor $ 0.50 benzine afreken. Bij de supermarkt sla ik eten in en ga ik uitgebreid lunchen. Zoals zo vaak maken Canadezen meteen een praatje als je op de bank een broodje zit te nuttigen, een fiets met bepakking maakt indruk en Canadezen zijn echte buitensporters. Ook onderweg krijg ik vaak reacties en zie ik ook enkele fietsers die ook richting Whistler gaan. Even buiten Squamish gaat de weg geleidelijk omhoog. De omgeving wordt steeds woester, met uitzicht op besneeuwde toppen van het Garibaldi park en Tantalus park. Na een volle dag fietsen arriveer ik in Whistler. Dit wintersport plaatsje is beroemd maar heeft verder in de zomer niet veel te bieden. Bij de touristoffice informeer ik naar de camping. De mevrouw achter de balie wil eerst niet vertellen waar deze ligt en zegt dat ik maar eerst ze telefonisch moet bellen om te reserveren. Wel een beetje vreemd. Uiteindelijk krijg ik toch te horen waar deze zich bevindt. Ik moet het dorp 2km uitrijden en dan aan de rechterhand ligt "Riverside". Er zijn niet veel opties in Whistler, en dus zijn de prijzen aangepast naar mondain niveau. Een plek kost $ 30 ongeacht het aantal personen. De plekken zijn mooi, een beetje achteraf van alle RV’s. Het eten moet wel in de boom. Hiervoor zijn speciale netten met katrollen aanwezig. Na de tent te hebben opgezet fiets ik terug naar het centrum om nog wat eten in te slaan.


extreme grades op de Duffey lake road nabij Lillooet

Zaterdag 31 juli Whistler – Lillooet – 139 km – 1822 m hoogsteverschil

De volgende dag sta ik vroeg op voor een stevige etappe. Het eerste stuk naar Pemberton is gemakkelijk en daalt. Pemberton is klein maar heeft wel een supermarkt. Vervolgens loopt de weg via naar mount currie.

Net als ik een foto wil maken van het lillooet lake staat plotseling een bord langs de weg: "extreme grades". En meteen gaat de versnelling naar zijn lichtste verzet. De weg gaat steil omhoog en blijft 15 km lang doorstijgen. En met 15% is het voor Canadese begrippen extreme. De hitte maakt de klim nog zwaarder. Bij de eerste haarspeldbocht stop ik om mijn helm af te doen. Sinds Vancouver heb ik met mijn helm op gefietst, vanwege de drukte en omdat het verplicht is. Nu het een stuk rustiger is blijft de helm achterop mijn fietstas bungelen. De klim blijft maar doorgaan en ik passeer een koppel dat in de berm een de schaduw van struiken hebben opgezocht. De omgeving is fantastisch. De bergen zijn fraai en bij Duffey Lake heb ik het hoogste punt met 1280 meter de cayoosh pass bereikt.

Er volgt helaas geen snelle afdaling, maar de weg blijft op en af gaan. Door de inspanning en de hitte ben ik bijna de uitputting nabij. De bidons en ook het eten zijn bijna op. Ik ben blij als ik de laatste steile afdaling (13%) achter de rug heb en langs de camping bij de stuwdam fiets. Deze is volgens de Footprint gratis. De watermaatschappij die ook de stuwdam heeft gebouwd, heeft de camping als faciliteit gegeven. De camping is vol. Mijn plan was om dichter bij het dorpje te kamperen bij de Cayoosh creek campground ($ 17). Ik hoef hier niet bang te zijn voor beren, dus het eten kan rustig in de tent blijven. De camping ligt onderaan bij de Fraser rivier en er is veel ruimte. De temperatuur bereikt hier 38 graden. De campingbazin zegt dat ik de slechtste dag heb uitgezocht voor deze fietsdag. Bij de klim naar het dorpje om wat voedsel in te slaan merk ik dat de dag behoorlijk zwaar is geweest.


  Zondag 1 augustus Lillooet – Clinton 112 km 1559 meter hoogteverschil

Vandaag is het wederom een warme dag. Daar vertrek ik al vroeg en om 8 uur zit ik al op de fiets. De weg gaat geleidelijk omhoog naar Pavilion en volgt de spoorlijn. Ik heb de keuze daar om via een onverharde weg binnendoor naar Clinton te gaan of via de rustige 99. Ik kies voor de 99 want op internet wordt de binnenweg afgeraden.

Bij Marble Canyon volgen twee prachtige meertjes, met veel mensen die genieten van het mooie weer. De hitte is bijna ondragelijk, bij een benzine pomp koop ik ijs en Cola om wat af te koelen. Bij de T splitsing met de highway 97 is over met de rust. Vrachtwagens, RV’s en auto’s rijden af en aan. Elke tien seconden zoeft er weer een langs. De vluchtstrook is breed, maar het weer even wennen na de geweldig mooie natuur. De laatste 30 kilometer verlopen moeizaam. Om vier uur ben ik in clinton. Veel verder fietsen over de drukke weg is niet echt aantrekkelijk en gelukkig heeft Clinton een aantal goede campings. De Goldtrail RV camping is met 10 dollar een prima plaats om te kamperen. De camping eigenaren kunnen zo zijn weggelopen uit de serie Dukes of Hazard. De "all you can eat" maaltijd op de camping voor 10 dollar is erg aantrekkelijk. En of ik veel kan eten, ik blijf maar opscheppen om mijn reserves een beetje aan te vullen.


  Maandag 2 augustus Clinton – Little Fort 168 km 1139 meter hoogteverschil

De 97 is vroeg in de ochtend nog redelijk rustig. 70 Miles house bestaat uit niet meer dan een benzinestation en een hotel. Hier kies ik voor de weg richting Green lake. Deze weg kronkelt over de hoogvlakte tussen diverse meertjes. Het is vanwege het lange weekend nog redelijk druk met veel auto’s met vaak een boot op een trailer. De weg gaat op en af, maar is nergens lastig.

De highway 24 is wat drukker en ik wel moeite om een geschikt lunchplaatsje te vinden. Er zijn weinig afslagen en veel is privé terrein. De 24 wordt ook wel de vissers highway genoemd. Even voorbij Bridge lake haal ik een fietser in met een Bob. De canadees is met een gigantische hoeveelheid bagage bezig met een tocht van 2 maanden. Tot oktober blijft hij doorfietsen. Hij is afkomstig van Bella Coola en heeft de 20 genomen. Bij de camping van bridge lake slaat hij af. Het is nog vroeg en ik zou het liefst nog een stukje doorfietsen. Op dat moment staat er al 100 km op de teller en de volgende camping is minstens 50 km verder. Ik verwacht echter nog een behoorlijke afdaling, dus dat zeker haalbaar zijn. Ik bevind mij dan op circa 1300 meter en Little Fort waar de volgende camping ligt heeft een hoogte van 390 meter. De afdaling is echter pas 10 km voor Little Fort en is met 8% behoorlijk steil.

In Little Fort zoek ik eerst de supermarkt om de avondmaaltijd en de nodige drankvoorraad in te slaan. Daar word ik door een man aangesproken. Hij blijkt ook een fietser te zijn die in het parkje staat. Ik heb echter behoefte aan een warme douche dus fiets door naar de dichtstbijzijnde camping 5km verder op, The rivermount café, motel and campground. Als ik bij de camping ($12) arriveer blijken er ook vier andere fietsers te staan. Twee Canadezen uit Kelowna zijn vandaag uit Kamloops gekomen en rijden ook in noordelijke richting. Rik heeft een Bike-E ligfiets en de ander rijdt op een traditionele Miyata randonneur. Ze hebben twee piepkleine tentjes van het formaat bivakzak. Ze fietsen ongeveer dezelfde richting maar hebben iets meer haast omdat ze maar twee weken hebben. De twee andere fietsers slapen in het hotel en hebben net door Banff en Jasper gefietst en zijn op weg naar Kamloops.


Onderweg nabij clearwater

Dinsdag 3 augustus Little Fort – Clearwater 145 km 1650 meter hoogteverschil

Na afscheid genomen te hebben van de twee andere fietskampeerders ga ik op pad. Het is een kort rit naar Clearwater van 30 km. Daar zet ik mijn tent op bij Dutch Lake Resort ($ 22).

Na mijn mail te hebben gecheckt bij het visitors centre fiets ik door het Well gray park. Dit provinciale park is wat rustiger dan de parken in de Rockies, maar ook minder spectaculair. Je fietst voornamelijk door het bos. Ik zie hier mijn eerste beer, die rustig de weg oversteekt. De beer overleeft deze confrontatie. Ik ben te laat om de beer (met mijn camera) te schieten want dan is hij al weer verdwenen. Na 30 km kom je het park in en kan je een aantal bezienswaardigheden bezoeken. In het landschap zijn nog duidelijk vulkanische sporen zichtbaar. De watervallen zijn spectaculair. Zowel de brede Dawson falls als de hoge Helmcken falls zijn erg fraai.

De clearwater meren zijn net wat te ver, want dan zou ik nog 40 km extra over een onverharde weg moeten fietsen. Ik fiets nog wel langs het onverharde pad naar de Green mountain viewing Tower. De klim is behoorlijk zwaar en de weg is vrij slecht. Met moeite kan ik mijn evenwicht bewaren en de weg is net een auto breed. Toch rijden zelfs RV’s hier naar boven. Na een half uurtje klimmen wordt je beloond met een 360 graden uitzicht. Bij Shahats creek falls maak ik nog een foto van de fraaie waterval. Op de terugweg steekt er weer een beer over. Hij schrikt echter zo, dat hij weer snel de bosjes in vlucht.


na de regenbui, Eleanor lake

Woensdag 4 augustus Clearwater- Blueriver 127 km 807 meter hoogteverschil

Vandaag een makkelijke rit zonder groot hoogteverschil. De weg is op de vroege ochtend gelukkig niet druk en volgt het dal van de North Thompson river. Het is wel aardig bewolkt. Via kleine gehuchten zonder veel voorzieningen loopt de weg geleidelijk omhoog. Aan het eind van dag slaat het weer om. De lucht ziet er dreigend uit en de eerste regendruppels vallen op mijn fietstassen, nadat ik het bord "mountain zone" ben gepasseerd. In Blue River is de eenvoudige camping "Eleanor lake campsite" ($ 13,25) al snel gevonden. De camping bevindt zich vlak bij een recreatie meertje. Rondom heb je prachtig uitzicht op besneeuwde toppen. Het plan om nog via de onverharde weg naar Murtle lake te fietsen laat ik door het dreigende weer al snel vallen. Tijdens de enkele onweersbuien zit ik dus gelukkig in mijn tent.

Op de camping zijn geen food lockers aanwezig, maar het plaatsje ligt wel in bear country. Ik zoek een hoge tak in de boom een tiental meters van mijn tent en hijs mijn voedsel omhoog. Veel dreiging van beren is er niet, maar je kan beter het zekere voor onzekere nemen en voorzorgsmaatregelen nemen. Waar ik wel last van heb zijn de vele muggen.


de beer is los

Donderdag 5 augustus Blueriver - Mount Robson 137 km 728 meter hoogteverschil

De volgende ochtend is het droog. De wolken hangen laag tegen de bergen aan, maar de zon breekt door. Na 20 km zie ik plotseling een grote file met auto’s, die allen op de vluchtstrook staan. Twee beren struinen rustig langs de weg en de vele toeristen maken hiervan gebruik om uitgebreide foto sessies te maken. Even later zie ik nog een beer rustig in het berm zitten. Het is hier blijkbaar berengoed!

In Valemount houd ik mij lunch pauze. Het is warm en drukkend en de lucht wordt steeds dreigender. Bij Tete Jaune cache sla ik rechtsaf de highway 15 op. Ik bezoek nog de Rearguard Falls die niet zo spectaculair zijn als de watervallen van Wells gray park. Bij Mount Terry Fox komt plotseling Mount Robson in beeld. Deze majestueuze berg is met 3954 meter de hoogste berg van Canada en piekt bijna 3000 meter boven je uit.

Het uitzicht is er niet voor lang, want al snel begint het te regenen. Snel zet ik mijn fiets onder het afdakje en schuil daar voor de bui. Er is duidelijk een weersomslag wat het koelt al snel behoorlijk af. De regen valt met bakken uit de hemel. Ik ben nog redelijk vroeg, maar het blijft maar door hozen. Na anderhalf uur is het nog steeds niet opgehouden terwijl de camping slechts 10 kilometer verderop ligt. Ook vele vrachtwagen chauffeurs schuilen bij de parkeerplaats. Het is duidelijk geen weer voor een fietsttochtje. Om half zes regent het minder hard en besluit ik toch op de fiets te stappen. Die tien kilometer zijn inderdaad erg nat, maar als ik bij de gigantisch grote camping kom is het opgehouden met regenen. Ook de plaatsen zijn zeer groot. Er kunnen zo tien tenten staan. Vlakbij staat ook een tent met een fietster. Het blijkt een Nederlandse vrouw te zijn die ook in Vancouver is begonnen. Ze is echter via Vancouver naar Prince Rupert gefietst en is al 5 weken onderweg. Na Canada fietst ze door naar de VS over de onverharde Great divide route.


mount robson

kinney lake

Vrijdag 6 augustus Mount Robson, 15 km fietsen (200 m) en 36 km wandelen (800 m)

Vandaag blijf ik een dagje op dezelfde camping. Plan is als het weer stabiel blijft om een wandeltocht te maken, de "Berg lake trail". In de ochtend trekt het wolkendek open. Mount robson staat er stralend bij en steekt behoorlijk af tegen de blauwe lucht.

Er is vanaf de camping een mooi wandelpad die naar bergmeertjes aan de voet leidt van Mount Robson. Dit is eigenlijk een meerdaagse tocht, maar ik heb niet alle spullen bij me. Ik plan dus om een dagtocht te maken en liefst zover mogelijk te komen. Op een kaartje van het vistors center heb ik al gezien dat ik het eerste deel kan fietsen. Dat scheelt meteen 5 km enkele reis, dus zo'n twee uur. Het is op het pad nog rustig. Enkele wandelaars met zware bepakking fiets ik voorbij. Bij Kinney lake wordt het te steil om verder te fietsen en bind ik mijn fiets aan een boom.

Tot nu toe is de weg weinig spectaculair, maar dat verandert snel. Vanaf Kinney lake is het puur genieten met hoge bergen, watervallen en gletsjers. Het wandelpad loopt langs de rand van het meer. Na wat steile passages door het bos loop ik door een prachtige vallei van de Robson rivier. De Robson rivier moet ik een aantal keer oversteken. Eerste via bruggetjes, maar ook via boomstammen. Bij een oversteek is water zo breed dat ik mijn schoenen niet meer droog houd. De Valley of a thousand falls is prachtig. Mount Robson is vanaf hier niet zichtbaar maar wel veel andere hoge pieken. Vanaf white horn gaat het steil omhoog. In 5 km klim ik ruim 500 meter naar emperor falls. Deze watervallen zijn inderdaad keizerlijk mooi. Na Emperor falls vlakt het wat af en komt eindelijk Mount Robson in beeld. Het uitzicht is grootst. Twee gletsjers reiken tot aan de berg meertjes. Bij Berg lake is het pad vrijwel vlak en wandel ik door tot Robson pass.

Onderweg zijn diverse kampeerplaatsen die al aardig vol zitten. Ik keer om en daal met wat vlotter tempo af. Na zeven uur wandelen ben ik weer terug bij de fiets en rijd ik rustig naar de camping.


Maligne lake

Icefields parkway

Zaterdag 7 augustus Mount Robson - Jasper 104 km, 569 meter

Het is fris als ik op sta. Ik begin gewoon in mijn fietsshirt, maar al snel doe ik mijn fleece trui aan. 15 graden is toch te koud, zeker vergeleken met de tropische temperaturen van de vorige dagen. Het is ook zwaar bewolkt dus Mount Robson laat zich vandaag niet zien. De weg is niet al te geaccidenteerd en gaat op en af tot aan het hoogste punt Yellow head pass. Hier is ook de toegangspoort tot het Jasper National park. Ik koop een jaarpas voor 45 dollar, want een dagpas kost 7 dollar en ik ben van plan om circa 10 dagen te blijven. Als ik Jasper binnen fiets rijd ik eerst naar de Whistlers Campground ($ 19). Daar zoek ik een plaatsje bij de "walk in sites". Er staan ook enkele andere fietsers o.a. een Engels koppel. Ze zijn in Phoenix begonnen en zijn onderweg naar Alaska. Ook is er veel wild te zien. De rendieren lopen rond de camping en er zijn natuurlijk waarschuwingen voor beren. Gelukkig kan het eten weer in de foodlockers en hoeft het niet de boom in.

Na een korte regenbui fiets ik naar Jasper. Vlak voor Jasper krijg ik een lekke band. Een grote glassplinter heeft een behoorlijk gat in mijn buitenband geslagen. Jasper is een toeristisch plaatsje met alle voorzieningen en veel toeristenwinkels. Bij een fietswinkel koop ik een extra buitenband. Bij de visitors center haal ik wat wandelroutes en check weer eens mijn mail. Door de regen wordt een rustig dagje zonder veel activiteiten. 's Avonds is er nog een avondprogramma op de camping. Er wordt een voorlichting gegeven over de beer.


Columbia Icefields

Wilcox pass, uitzicht op de Athabasca gletsjer

Zondag 8 augustus Jasper - Maligne lake 120 km, 1124 meter hoogteverschil

Vandaag blijf ik in Jasper. Na de regenachtige dag van gisteren ga ik hier de buurt wat verkennen. Doel is allereerst Maligne canyon. Deze canyon ligt enkele kilometers buiten Jasper. Het is druk op de parkeerplaats. De wandeling langs de canyon is fraai. De Maligne rivier heeft hier een prachtige kloof uitgesleten. Ik loop tot aan 5th bridge en loop dan hetzelfde stuk weer terug.

Daarna stap ik weer op de fiets. Onderweg kom ik een grote groep fietsers tegen die georganiseerd zonder bepakking rond fietsen. Ze rijden net als ik op een rode Cannondale, maar dan wel van een MTB type met headshock. Via een schilderachtige weg fiets ik naar Medicine lake. Een prachtig meer met puntige bergen rondom. Het meer is bekend om de ondergrondse stromen, waardoor het in de winter vrijwel leegstroomt. Bij het meer is een bighorn sheep met twee kleintjes die rustige over de weg lopen en daardoor ontstaat een grote file kijkers. Het is dan nog een klein stukje naar Maligne lake. Het meer is het grootste meer van de Rockies. Maligne lake is natuurlijk ook een van de bekendste plekken in Jasper. Met name spirit island met de besneeuwde bergen is een van de meest gepubliceerde foto's van Jasper. Om dit unieke stukje te zien moet je wel een boottocht maken. Een boottocht kost maar liefst 32 dollar per persoon. Dan zit je wel anderhalf uur in een boot. Vanaf de kant zijn de bergen wat verder weg maar is het niet minder indrukwekkend. Ik laat de boottocht voor wat hij is, anderhalf uur is sowieso te lang, want dan zou ik pas half zes terug kunnen fietsen en pas om een uur of acht weer in Jasper zijn. Wel maak ik de korte wandeling over de Mary Schäffer loop. Deze is maar 3,2 km lang, en loopt langs het meer en maakt vervolgens een rondje door het bos.Op de terugweg naar Jasper veroorzaakt de bighorn sheep nog steeds een opstopping. Hierdoor kan een aantal kilometers erg rustig doorfietsen.In Jasper fiets ik nog even langs de twee meertjes die net ten noorden van Jasper liggen langs de Pyramid Lake road. Het is circa 100 meter klimmen naar Patricia Lake en de Pyramid Lake. De meertjes liggen fraai aan de voet van de Pyramid mountain. De klim naar Mount Edith Cavell laat ik nog voor een andere keer.


Wilcox pass

The crossing

Jasper park

Peyto lake

Maandag 9 augustus Jasper - Colombia Icefield 116 km 1518 meter hoogteverschil

De beroemdste weg in Canada is de Icefields Parkway gelegen tussen Jasper en Banff. Deze weg van 230 km is een aanschakeling van bergketens, toppen en gletsjers. Het is prachtig weer. Ik kies eerst de rustige maar geaccidenteerde 93 A. De weg is slecht met veel schade aan het asfalt en op enkele plaatsen wasbord. Tot aan de afslag van Mount Edith Cavell gaat het omhoog. Daarna volgt een afdaling tot aan de Athabasca Falls. Hier voegt de 93A zich weer bij de hoofdweg. De watervallen zijn druk en in vergelijking met de andere watervallen die ik gezien heb wat minder indrukwekkend.

Ik word aangesproken door een toerist op leeftijd die vraagt waar ik naar toe ga. Hij blijkt vorig jaar ook de Icefields te hebben gefietst vanuit Alaska.

De uitzichten volgen elkaar snel op: Goats and glacier lookout, Athabasca Valley, Sunwapta falls en Stutfield Glacier viewpoint. Onderweg op een van de rustpauzes kom ik een grote groep fietsers zonder bagage tegen. Ze rijden van Jasperin twee dagen naar Banff. Vandaag staat voor hun een lange rit naar the crossing voor de boeg. Echt snel zijn ze niet en ze klagen over de zwaarte. Met mijn 25 kg bagage vind ik het zelf tot dan toe wel meevallen. Een Duits koppel herkent mij op de parkeerplaats. Ze volgen vrijwel exact hetzelfde traject en zijn mij elke dag sinds Lillooet tegen gekomen. Ze rijden dan wel met een RV. Dan volgt net een zwaar stuk. Een stukje van de Sunwapta pass is 12%, en de weg klimt in circa acht kilometer naar 2035 meter. Op de top is een groot informatiecentrum ter ere van de Colombia Icefield Glacier. Daar kan ik me in de toiletten wat opfrissen en genieten van het mooie uitzicht op de Athabasca glacier en de Saskatchewan Glacier. Helaas verkopen ze niet veel eetbaars in het winkeltje, alleen wat souvenier rommel. Uit de automaten kan nog wel wat frisdrank en chips voor het aanvullen van de nodige zouten. Je hebt de mogelijkheid om ook in het restaurant te gaan eten, maar dat laat ik voorbij gaan.

Het is nog vroeg maar ik besluit toch om mijn kamp op te slaan bij de Colombia Icefield Campground ($ 13), een kilometer van het informatiecentrum. Ondanks dat het pas vier uur is, is de campground al bijnaI vol. Ik sleep mijn fiets naar een prachtige "walk in site". Het is een eenvoudige camping zonder veel voorzieningen. Water komt via de pomp uit de grond, en er zijn (nette) chemische WC's. Het is een zelfregistratie camping, dus geld gaat in de envelop nadat ik geld in het informatiecentrum heb gewisseld. Na het installeren bezoek ik nog de Athabasca glacier. Vanaf de parkeerplaats loopt er een pad naar de gletsjer. Je kan een stuk de gletsjer op. Een groot aantal borden geeft aan dat de gletsjer erg gevaarlijk is en recentelijk mensen in spleten zijn gevallen. Ik wandel een klein stukje de gletsjer op, maar draai na een tiental meters om, omdat het toch wel wat fris is met mijn fietsbroek en fietsschoenen. Ik besluit nog om naar de Wilcox pass te wandelen. Deze route ligt tegenover de gletsjers en begint bij Wilcox campground. Je wandelt eerst steil door een bos en daarna ontvouwt zich het prachtige uitzicht over beide gletsjers. 's Avonds doen de muggen nog een flinke poging bloed af te tappen, hetgeen ze helaas ook lukt.


Lake Louise

Lake Louise

Morraine lake

Lake Agnes

Dinsdag 10 augustus Colombia Icefield - Lake Louise 141 km 1063 meter hoogteverschil

's Nachts is het redelijk fris geweest. In de tent was het zes graden. Volgens de voorspellingen zou het rond het vriespunt zijn. Echt koud heb ik het niet gehad, alleen sta ik wat later op. Ik fiets langs de Hilda creek hostel, die gesloten is vanwege een recente brand. De afdaling zet zich dan uiteindelijk in.

Na een grote bocht is een viewpoint, Cirrus Mountain viewpoint. Hier zit drietal fietsers in de berm te genieten van hun lunch, twee Amerikanen en een Canadese. Ze hebben overnacht bij Rampart creek campground en hebben ook veel last gehad van muggen. De Weeping wall, een grote steile wand met watervallen, is wat minder indrukwekkend dan verwacht, blijkbaar heeft het te weinig geregend. Bij de Saskatchewan, oftewel The Crossing met de highway 11 kan ik eindelijk mijn voorraden wat bijvullen. Er is een benzinestation met een winkeltje met alle essentiële voedselelementen, zoals cola, Mars, chips, koeken en bananen.

Ook hier blijven de uitzichtspunten zich opvolgen. De klim naar de Bow pass (2066 meter) valt reuze mee en is minder zwaar dan de Sunwapta pass. Bovenop sla ik rechtsaf naar het verplichte uitzichtspunt op Peyto lake. Het uitzicht is prachtig, maar het is erg druk. Busladingen toeristen komen af en aan. Na wat foto's fiets ik door en daal af Bow lake. Bij de Num-ti-jah lodge maak ik wat foto's. Even verderop ontmoet ik een koppel op de fiets uit Vancouver. Ze maken een tocht van 5 dagen langs de Ice Fields Parkway en vertellen mij dat een andere Nederlander precies dezelfde route fietst. Hij heeft ook de "extreme grades" van Lillooet meegemaakt en is ook op weg naar Lake Louise. Erg toevallig en dat ik hem nog niet gesproken heb!

Als ik bij de camping kom staat er een bordje Full/Complet! En het is nog geen zes uur en de camping is gigantisch groot. Lake Louise is natuurlijk ook een van de meest populaire plaatsen van de Canadese Rockies. Het bestaat uit wat winkels een camping en een paar hotels, niet het woord dorp waardig. Lake Louise heeft wel een fietsenzaak en Laggan's bakkery waar je heerlijk brood en koffiebroodjes kan krijgen. Ik probeer het toch bij de camping om in te checken en blijk een van de laatste plekjes te krijgen. Op de camping staat inderdaad Erik, de Nederlander die naast Canada ook al in Australië en Nieuw Zeeland heeft gefietst. Daarna gaat hij door naar San Diego, dus hij is nog een tijdje onderweg. Het blijkt dat we ongeveer dezelfde route hebben gefietst en ook op dezelfde campings te hebben gestaan! Grappig dat je dezelfde mensen tegen komt. Ook de fietster die ik in Mount Robson blijkt hier te staan. Ze heeft dan wel drie dagen over de Icefields gedaan en was dus net een dag eerder begonnen vanuit Jasper. Even later komt ook het Canadese koppel binnen.

De camping op Lake Louise is een aantal jaren dicht geweest door een berenplaag. De camping ligt op een berenroute en de mensen lieten toch te veel voedsel slingeren zodat de beren zich te goed deden aan afval en af en toe een campinggast. Nu hebben ze de camping omheind met schrikdraad. De electric fence ziet er indrukwekkkend uit, maar is toch wel een rustgevend idee. Eten moet desalnietemin in de foodlockers, borden mag niet bij het kraantje en ook niet in de WC's afwassen, net als de was. Normale campinggasten hebben blijkbaar een afwasmachine bij zich en doen hun kledingwas bij de laundery. De camping heeft wel douches in tegenstelling tot wat op sommige internet sites vermeld staat.


Six glaciers

Lake Louise en Agnes

Woensdag 11 augustus Lake Louise 36,8 km fietsen (536 meter), 20 km wandelen (600 meter)

Wederom blijf ik een dagje op de camping. Lake Louise mag als dorp dan wel niets voorstellen, de omgeving is des te mooier. Eerst bezoek het visitor centre om wat wandelkaarten te halen. Daarna fiets ik naar Moraine lake. Dit is het mooiste meer van Canada en vereeuwigd op een 20 dollar biljet. Het meer is inderdaad waanzinnig mooi, je word er stil van en woorden schieten te kort. Blauw melkachtig water, besneeuwde toppen die recht uit het meer lijken op te rijzen, een straal blauwe lucht en zelfs een achtergrond muziek van een koperblazer maakt het allemaal nog mooier. Gelukkig is het nog vroeg en nog niet zo druk.

Ook hier hebben de beren huisgehouden. Zo erg dat er en berenalarm is en je niet alleen een wandeltocht mag maken. De Grizzly heeft nog nooit een groep van zes personen aangevallen, dus je moet met zes man zijn om prachtige tochten zoals de Sentinel pass of de Consolation lakes te wandelen. Twee Canadazen vragen of ik mee naar boven ga, maar ik besluit toch maar om ergens anders te gaan wandelen.

Plan is om een aantal tochten te doen bij het nog bekendere Lake Louise. Dit is het drukst bezochte meer van de Rockies. Het is inderdaad druk, maar toch blijft het uitzicht prachtig. Ik parkeer mijn fiets en wandel langs het meer via de plain of six glaciers. Ook hier is het druk (en zie dus weinig beren) en ik haal veel mensen in. De laatste kilometers gaan over wat gruizig terrein, maar blijft prima te wandelen. Aan het eindpunt is een grote waterval en is prachtig uitzicht op de zes gletsjer tongen. Af en toe valt breekt er met enorm lawaai een stuk ijs af. Daarna wandel ik nog naar het rustige Mirror Lake, Lake Agnes en geniet van het 5* vallei brede uitzicht van de Little Beehive. De hele bowvalley is hier te zien. Ik was van plan om nog de Fairview klim te doen (nog eens 9 km klimmen met 1000 meter hoogteverschil), maar dat is wat teveel van het goede voor vandaag.


20% haarspeldbocht

Takakkaw falls

Donderdag 12 augustus Lake Louise - Golden 144 km 1018 meter hoogteverschil

Ik verlaat Lake Louise en fiets via de kicking horse pass naar Yoho. Dit is het kleinste park van de Rockies, maar bevat een paar prachtige plekken. Yoho betekent Wow en dit is wat je blijft roepen in de rockies. Het ene uitzicht is nog mooier dan het andere. Yoho zeg je niet tegen de highway 1 naar Field. Dit is nogal saaie weg, breed, druk en ook nogal vlak. De zijwegen zijn des te mooier. Na het uitzichtspunt op het nogal oninteressante Spiral Tunnel Viewpoint (hier maakte ooit een spoorlijntje een grote keerbocht onder een berg) fiest ik de Yoho valley road in. Onderweg is een zeer steil stuk met een aantal haarspeldbochten, mijn metertje geeft 20% aan. Gelukkig duurt het niet al te lang, circa 200 meter. De weg gaat naar de takakkaw falls, een 380 meter hoge gigantische waterval.

Daarna fiets ik nog het zijweggetje naar de Emerald Lake. Eerst komt de natural bridge, uitgehouwen door de kicking horse rivier. Daarna gaat het geleidelijk omhoog naar het meer. Je hebt mooi uitzicht op een aantal indrukwekkende pieken.

Op de highway one volgen dan nog een aantal lastige kilometers. De gedachte dat er een afdaling komt van 300 meter houd je gaande, maar de weg gaat op en af. Met name het stuk waar de weg opgebroken is is druk en lastig. De vluchtstrook is weg en er wordt flink aan de weg gewerkt. Deze weg wordt veel gebruikt door zware vrachtwagens die niet over de Icefields Parkway mogen rijden. Pas enkele kilometers voor Golden is een korte maar hevige afdaling. In Golden ga ik op zoek naar de gemeente camping ($ 14). Golden is een aardig stadje, minder toeristisch maar ademt toch de sfeer van een buitensport plaatsje. Er wordt veel gefietst en veel rafttochten aangeboden.

De camping is eenvoudig en barst van de muggen. Ik gebruik uiteindelijk voor het eerst mijn muggenolie. Dit is Djungleoil, nog gebruikt in Noorwegen 1991, maar nog steeds zeer effectief. Op de camping staan veel mountainbikers die stevige muziek tot laat in de avond draaien.


Bighorn sheeps bij Radium hotsprings

Vrijdag 13 augustus Golden - Radium hotsprings 117 km 686 meter hoogteverschil

Vandaag een korte rit over een rustige weg. De weg lijkt op de kaart saai, maar blijkt een prima fietsweg te zijn. De weg is niet al te steil, zeer rustig en je rijd tussen de bergketens door; de purcell range in het westen en de rockies in het oosten. Het is ook het gebied van de wetlands, met veel natuur. Echte fourage plaatsen zijn er nauwelijks, dus je moet wel voldoende voedsel meenemen. De temperatuur is lekker, zo rond de dertig graden.

Even voor Radium Hotsprings, na Spur valley campground, zijn de landerijen weg en wordt de natuur ruiger. In Radium Hotsprings is het even zoeken naar de camping, Redstreak camping. Een smal zijweggetje net naast het centrum gaat steil omhoog. Het is even twee kilometer flink klimmen naar de grote vrijwel lege camping ($ 22).

Ik ben vroeg op de camping en wandel 3 km binnendoor naar de hot springs. De hotspring is gewoon een zwembad, maar het water is lekker warm. De bron is in 1841 ontdekt en bevat 700 mg mineralen en is circa 39 graden. Na twee uur weken ben ik weer helemaal schoon.


Kootenay park, sinclair pass

Zaterdag 14 augustus Radium Hotsprings - Banff 156 km 1555 meter hoogteverschil

Na de korte afdaling naar het dorpje doe ik wat boodschappen. Na een kort telefoontje met het thuisfront begin ik aan de stevige klim. Vandaag zijn de medewerkers van de Nationale parken aan het staken dus controleren ze geen passen. Het Kootenay park is het rustigste park van de vier Nationale parken.

De klim is het steilste met 10% direct voor de ingang van de hotsprings. Daarna vlakt het wat af naar percentages tussen de zes en acht procent. Totaal is de klim naar de sinclair pass 11 kilometer lang. Daarna volgt een korte afdaling en vrijwel vlak stuk door de vallei van de Vermilion river.

Het park heeft heftig te lijden onder bosbranden, o.a. zeer recente branden in 2003 bij Vernedrye creek en tokumm creek. De branden zijn door bliksem ontstaan. Hierdoor zijn een groot aantal wandelroutes zoals bij Marble canyon en ook campings gesloten.

Op de weg naar Banff zijn er tot Castle junction geen voorzieningen. De klim naar Vermilion pas (1651 meter) waar ik wederom de continental divide passeer is niet al te zwaar. Daarna volgt een korte afdaling naar Castle mountain waar ik een ijsje koop bij de winkeltje. Daarna volg ik de kronkelige Bow valley parkway. Even voor Banff moet de zeer drukke highway 1 fietsen. Je rijd hier gewoon op een snelweg en moet goed oppassen bij op en afritten. Als ik Banff binnen fiets is er een weeromslag gaande. Na een warme broeierige dag komen er donkere wolken binnen drijven. De Tunnel mountain camping ligt vier kilometer buiten het toeristisch stadje. Na een lange dag fietsen valt de klim erg tegen. Ondanks dat het weekend is, is er nog plek op de camping. Ik krijg een plaats toegewezen in het roemerig gedeelte van de camping. Veel jongeren uit Calgary vieren weekend op de camping dat overgoten wordt met veel bier. Ook uit de lucht komt er veel vocht.


Tunnel mountain Banff

Zondag 15 augustus Banff 13 km

Er zit nog veel vocht in de lucht. Vandaag blijf ik in Banff. Allereerst bezoek ik de hoodoos die vlak bij de camping liggen. Dit zijn kalkstenen pilaren gevormd door de erosie. Ik klim met handen en voeten via een steil pad naar de hoodoos. Je hebt vandaar een mooi uitzicht op de Bow river, waar vele rafters de rivier afvaren.

Daarna fiets ik naar de Tunnel Mountain. Een klim van circa 2 kilometer leidt naar een mooi uitzicht op Banff en Mount Rundle. Het is helaas wat heiig. Na de afdaling bezoek het plaatsje. Het heeft ondanks het toerisme toch wel sfeer en valt me allezins mee. In een internet cafe check ik mijn mail. De vocht die in de lucht zat valt met bakken uit de hemel. De geplande wandeling naar Sulphur mountain laat ik voor wat het is en bezoek de winkeltjes. Ik wandel langs Bow falls en het Banff Springs hotel. Het blijft een vochtig maar rustig dagje.


Peter Lougheed, Kananaskis

Maandag 16 augustus Banff - Peter Lougheed Provincial park 127 km, 925 meter hoogteverschil

De eerste kilometers volg ik de drukke Highway 1. Fietsen op de snelweg blijft een aparte ervaring, verstand op nul blik op oneindig en maar door fietsen. In Canmore kan ik eindelijk de parallel weg nemen, hetgeen een stuk rustiger fietst. Na de nodige aanvullingen bij de Safeway fiets ik verder over de 1A. Canmore is mooi gelegen aan de rand van het nationale park. De bergen rijzen direct achter het stadje hoog op, met Three Sisters prominent op de voorgrond. De onverharde Smith-dorrien highway laat ik rechts liggen. Het weer is te onstabiel en een zware klim over een gravelweg zie ik niet direct zitten.

Even nabij Seebe moet ik weer een klein stukje over de autoweg. Daarna volgt al snel de afslag naar de 40 richting Kananaskis country. Bij de lunchstop zie ik ook hier weer veel rafters. De prachtige weg gaat dan geleidelijk omhoog. De steile wand van Mount kidd (2958 meter) is indrukwekkend. Bij Fortress Junction kan ik weer wat drank bijkopen. Daar ontmoet ik een andere fietser die bij de highwood pas al heel wat regen is tegengekomen. Ik heb het vandaag gelukkig nog droog kunnen houden.

Mijn einddoel is vandaag Boulton creek campground midden in het Peter Lougheed Provincial park. Bij het visitor haal ik wat folders van de omgeving. De lucht trekt echter snel dicht en er worden zware onweersbuien verwacht. Ik ga dus snel opzoek naar een camping. Het park heeft een aantal campings, waarvan er twee zijn met douches en een met een winkeltje. De camping van Boulton creek is zeer ruim opgezet. Dit betekent dat je een flink eind moet lopen voor de douches en voor het winkeltje de fiets moet pakken. Ik kies een plaats uit en na de douche en het eten begint het te regenen en onweren. Het voedsel moet wel weer in de boom worden gehangen, er zijn geen foodlockers. Ik ben blij dat ik redelijk op tijd op de camping ben, want in dit hondenweer wil niemand fietsen. Er valt zelfs een enorme hagelbui.


Highwoodpass, 2200 meter, hoogste pas van Canada

Dinsdag 17 augustus Peter Lougheed - Longview 124 km, 909 meter hoogteverschil

De volgende ochtend blijf ik wat langer liggen want het druppelt nog af en toe. Om acht uur ga ik er toch uit en moet ik de tent nat inpakken. De regenbuien trekken langzaam weg, en wolken maken de omgeving sprookjesachtig mooi. Voor ik aan de grote pas begin fiets ik nog even naar de meren.

Via het fietspaden stelsel (!) keer ik weer terug naar de hoofdweg. Daar begint de klim naar de Highwoodpas, de hoogste geasfalteerde pas van Canada. De pas is niet al te lastig want ik bevind me al redelijk op hoogte. Na een pauze op de top (2200 meter) daal ik af. De afdaling gaat redelijk vlot door een prachtig berggebied. De weg is erg rustig. Ik passeer een indianenreservaat, waar ik een korte stop houd.

Het weer blijft gelukkig droog tot enkele kilometers voor Longview. Dit plaatsje beroemd om zijn beef jerkey en verre uitzichten is niet groot, maar heeft wel een aantal winkeltjes en een goedkope gemeente camping ($ 5 voor tenten).


  Woensdag 18 augustus Longview - Calgary 93 km, 498 meter

De laatste echte fietsdag. Longview ligt in de prairies. De hoogste bergen zijn voorbij maar de wegen gaan wel op en af. Op de kaart zijn het kaarsrechte wegen, bochten daar houden ze niet zo van. De wegen gaan dus recht de heuvel op en af. Het is even zoeken om via zo rustig mogelijke wegen Calgary binnen te fietsen. Via de 543 en de 783 fiets ik naar Okotoks. Bij winton moet ik de highway 2 op, een drukke snelweg.

Als ik Calgary binnenkom zoek ik naar fietsroutes. Deze volg ik maar al snel raak ik de weg kwijt en stuit op een zeer steil onverhard pad. Dat is niet te doen met bagage. Daarom volg maar de drukke MacLeod trail. Hierdoor fiets ik vrij eenvoudig naar downtown. Als snel vind ik een van de goedkope hotels in Calgary, Auberge Chez Nous. Dit is een vrijwel nieuwe hostel, dicht in het centrum (bed $ 28, kamer $68).

's Middags maak ik een rondje door het centrum. Calgary centrum is modern maar redelijk te belopen. Ook bezoek ik Kensington, de alternatieve wijk van Calagry. Deze wijk heeft veel winkeltjes en eettenten. Net achter de wijk ligt een prachtige oude wijk met landhuizen, niet iets wat je in een grote stad verwacht. Bij on-hooks is het goed vis eten. Daarna wandel ik via prince island park, eau claire market en chinatown weer naar het hotel.


  Donderdag 19 augustus - Zaterdag 21 augustus Calgary - Edmonton- Amsterdam 43 km

's Ochtends maak ik nog een rondrit langs het bow river fietspad. Daarna bezoek ik wat buitensport zaken op de 10th avenue. Als ik in de buurt van het vliegveld kom begint het weer wat te druppelen. Op het vliegveld ben ik een half uur bezig om mijn fiets in te pakken en check ik als een van de laatste in. Er is ook een grote groep Nederlanders die met Cycletours een fietstocht in de Rockies hebben gemaakt.

Ik heb mijn fiets in plastic gewikkeld en het frame beschermd met isolatiebuizen. Mijn fiets gaat bovenop de grote stapel van fietsdozen. Na het inchecken duurt het nog lang voordat we het vliegtuig in kunnen. Dan blijkt dan de baliemedewerker vergeten is om mijn stoelnummer te noteren. Als een van de laatste kan ik dan toch het vliegtuig in. We vliegen na Edmonton voor een tussenstop.

Na een tijd stil te hebben gestaan, blijkt dat we pech hebben. Na een maaltijd te hebben gegeten blijkt dat we vandaag niet meer vertrekken en dat er hotels zijn geregeld. Met taxi's worden we naar de Greenwood Inn vervoerd, een modern hotel met alle gemakken. Martinair heeft dit toch goed opgelost en kan ik na een niet zo actieve dag genieten van alle luxe die een hotel te bieden heeft.

Via Martinair hebben we ook ontbijt vouchers gekregen en verloop de rit naar het vliegveld (circa 30 km) zonder al te veel problemen. Na de valse start van gisteren verloopt de vlucht vervolgens zonder al te veel problemen en komen we vroeg in de ochtend in Amsterdam aan.


  Overall statistieken
  • 2412 kilometer
  • 20460 meter hoogteverschil
  • maximum stijgingspercentage 20%
  • maximum snelheid 68,3 km/uur
  Links:

Canada verslagen

Route planning

Boeken & kaarten

  • Footprint - Western Canada Handbook, beter dan de Lonely Planet
  • Gratis kaarten van CAA/ Tourist office
  • Banff & Jasper, Gem Trek

 


© 2004 Luddo Oh