Slovenië, Kroatië, Montenegro, Albanië en Bosnië 2010

[naar de index]

naar de foto's


Durmitor - Montenegro

Klik op de kleine foto's voor meer detail


Olympiapark München

Za 4 - zo 5 september Utrecht - München - Klagenfurt

Dit jaar een tocht uitgestippeld, heen met de trein naar Oostenrijk en terug met vliegtuig vanaf Sarajevo. Met de Citynightline gaan we van Utrecht naar München. De fietsen worden gestald in een aparte wagon waar nog voldoende plaats is, slechts enkele andere fietsen gaan mee. De wagon met slaapstoelen in de CNL bieden veel beenruimte, maar omdat de trein zo vaak stopt slechts weinig geslapen. Kaartje tot aan München is slechts 39 euro p.p.. Voor het traject München - Klagenfurt kopen we voor hetzelfde bedrag via de Deutsche Bahn een kaartje, de prijzen bij de NS balie blijkt een stuk hoger te zijn. We hebben wel een tussenstop van een aantal uur in München omdat de aansluitende trein al vol zit met fietsen. Deze heeft namelijk slechts plaats voor drie fietsen.

Om een uur of zeven in de morgen arriveert de trein in München, en na de bagage in de kluis te hebben gedropt verkennen we het zeer stille centrum per fiets. In korte tijd kunnen we de stad bekijken over de stille straten. Alles is natuurlijk nog dicht zo vroeg op zondagmorgen, dus gaan we terug naar de Hauptbahnhof om wat te ontbijten. We hebben nog ruim te tijd voor dus gaan we daarna per fiets naar het Olympiapark met het Olympisch stadion uit 1972. Veel trimmers zijn bezig met hun zondagse rondjes en we fietsen via een steile kasseienweg naar het hoogste punt met een prachtig uitzicht. Vervolgens fietsen we naar de Englisher garten wat een groot stadspark is. We bezoeken de Chinese pagode en keren daarna terug via centrum naar station. We zijn nog ruim op tijd voor ons trein naar Klagenfurt. We hangen de fietsen in de haken in de kleine ruimte. Het is een mooie treinrit door de Alpen.

Zo 5 september Klagenfurt - St Kanzien am Klopeiner See - 27 km 141 hm

Bij aankomst vullen we onze voorraden aan om nog een stuk te fietsen. De beoogde camping ligt 24 km buiten de stad. Met de gps navigeren we via vele kleine wegen Klagenfurt uit, waar een nieuw fietspad wordt aangelegd. Om 19u30 bereiken we de kleine camping Seegasthof Katschnig, (http://www.feriensued.com) in St Kanzien am Klopeiner See (15 euro). Net voor donker hebben we onze tenten opgezet.We kunnen in het gasthof helaas niet meer eten want de keuken is al dicht. We wandelen een kwartiertje naar het dorp dat behoorlijk toeristisch is en dus ook veel eetgelegenheden heeft.

Paulitsch Sattel

Logarska Dolina

Ma 6 september St Kanzien - Luce 73 km 1329 hm

We vertekken vroeg om acht uur. De wegen zijn lekker rustig en we volgen voor een groot gedeelte fietspaden tot Bad Eisenkappel.

Het is droog maar wel bewolkt. Daarna klimmen we via rustige wegen naar de Paulitsch sattel. De weg is erg steil met continue stukken boven de 10% en voor de ligfiets nauwelijks te doen.Een beetje de Mortirolo maar dan iets korter. In 5 km moeten we 500 meter hoogteverschil overbruggen. We doen ruim een uur over de slechts 5 km lange klim. Bovenop de pas fietsen we Slovenië binnen. De Panorama route die we hadden gepland slaan we vanwege de dichte bewolking over. Het dal van Logarska dolina, naar men zegt het mooiste dal van Slovenië fietsen we toch maar in, een lange klim met veel vals plat. Fietsers hoeven geen toegang te betalen, automobilisten wel. Helaas is er echter geen uitzicht op de bergen vanwege de laaghangende bewolking en de vele bomen. Je fietst namelijk grotendeels door het bos.

We dalen af naar de afslag en verder omlaag tot Luce. De laatste klim voor Kamnik is teveel van het goede dus staat deze morgen op het menu. We zijn dus al rond 16u op de vrijwel lege prima camping met gratis internet. Op de camping bereiden we een smakelijke pastamaaltijd met tomatensaus van Felix (hmm, dat smaakt). Het is in de avond vrij frisjes maar gelukkig is de verblijfsruimte verwarmd en kunnen we op de pc wat mailen en foto's op het net zetten. Autokamp Luce 17 euro http://www.camp-smica.com.

Ljubljana

Kroatië

Di 7 september Luce - Zuzemberg 115 km 827 hm

Als we opstaan begint het zachtjes met regenen. Snel breken we onze tenten af en wachten in de verblijfsruimte op wat beter weer. We checken de Sloveense weersverwachtingen via de Sloveense buienradar. Het lijkt erop dat we net de buien kunnen vermijden, dus we wagen het er toch op.

We vertrekken pas om 10 uur vanaf de camping uit Luce. De bedoeling was eigenlijk om een uur of acht te vetrekken. De regen wordt op dat moment net wat minder. Meteen begint de flinke klim na Luce naar de Volovljek pas, vergelijkbaar qua steilte met die van de vorige dag alleen iets korter (4 km). Het is wederom te steil van de ligfiets. Daarna dalen we in stromende regen naar Kamnik. Het is koud en danig afgekoeld proberen we weer wat te herstellen in Kamnik. We hebben de hele dag de warme kleding aan want de temperatuur stijgt niet ver boven de 10 graden.

Erg drukke wegen tot Ljubljana, die we deels konden omzeilen door mooie fietspaden te nemen die we vantevoren al in de gps hadden gestopt. Je ziet dat Slovenië behoorlijk welvarend is. In Ljubjana even rondgekeken in het fraaie centrum en daarna weer de stad uit mbv de gps. We kunnen grote stukken parallel aan de grote weg fietsen langs het spoor. We pakken na Grosuplje de rustige 647 en moeten langzaam iets klimmen. Even buiten Luce wordt de weg onverhard, maar de weg is prima te fietsen. Dit houdt tot aan Krka aan, zo'n 15 kilometer. De weg daalt voornamelijk door een prachtig bos langs het Krka dal. We ontmoeten daar twee Poolse en een Duitse vakantiefietser. Het is inmiddels al te laat om de beoogde camping te halen dus we besluiten een hotelletje te overnachten. Het is even zoeken naar een overnachtingsplaats want Zuzemberk heeft weinig accomodatie. We worden weer 5 km terug gestuurd naar Gostice na Pajcni. Een perfecte plaats voor 40 euro. De tent hangen we uit over de ballustrade. We eten net gevangen verse forel en steak.

Verwoeste huizen

Wo 8 september Zuzemberg - Slunj 126 km 1101 hm

De dag begint gelukkig droog maar vrij frisjes.Het is buiten slechts 12 graden dus de fleece, regenjas en -broek en overschoenen aan.

We fietsen door het Krka dal naar de grens. Dit dal is erg lieflijk met veel Romeinse historie. Bij de aanvang van de klim begint het licht te regenen en trekken we onze regenkleding en hoezen aan. De klim naar Brezovica (588 meter) is erg geleidelijk en niet zwaar.

In het grensplaatsje Vinica geven we nog wat euro's uit voor boodschappen voordat we de grens passeren. Bij de grens blijkt er ook nog een wisselkantoortje te zijn waar we ook nog wat euro's kunnen wisselen voor het geval dat. We zijn nu Kroatie binnengekomen.

Na Tounj verlaten we de N23 en slaan linksaf een “wit weggetje”in richting Slunj. Het asfaltweggetje kronkelt op en neer over de heuvels en is haast autovrij. Bij de boerderijen schudden mensen letterlijk aan de boom. Met een hark en emmertje verzamelen dan de gevallen pruimen, voor de plaatselijke Slivovitsj, een zeer sterke likeur.

De natuur is fraai, maar de dorpjes zijn spookdorpen, veel ruïnes van verwoeste huizen door de burgeroorlog van afgelopen decennium en overal langs de weg waarschuwingsborden voor landmijnen.
De beoogde camping bij de meertjes halen we niet, dus eindigen we in Slunj. Het is net te laat om verder te fietsen en warm bed toch aantrekkelijk. Het centraal in het centrum gelegen Park hotel blijkt in vervallen staat. Bij de plaatselijke touristinfo is men totaal ongeïnteresseerd, “zoek het zelf maar uit”. Gelukkig vinden we al gauw veel sobes langs de hoofdstraat, na de eerste te hebben (af)gekeurd vinden we in hetzelfde straatje een ruimer appartement met keukentje in een bijgebouwtje van grotere villa bij een autogaragebedrijf voor 24 euro. Ook hier is de eigenaresse niet erg mededeelzaam en ongeïnteresseerd in haar gasten. Tijdens wat inkopen in de plaatselijke super barst een enorm noodweer los en haasten we ons terug naar de sobe, waar we in het keukentje een uitgebreide maaltijd bereiden.

Plitvice meren

Mijnenveld

Familie Bukovac

Do 9 september Slunj - Plitvice - Kuterevo 95 km 1042 hm

Het is erg mooi weer. Op weg naar het nationale park van de Plitvice Meren zijn overal langs de weg sobes, want dit is natuurlijk een van de toeristische hoogtepunten van Kroatië. Bij ingang no.1 de fietsen stallen we de fietsen en kopen we een toegangskaartje à 15 euro pp. De paden zijn bevolkt met busladingen toeristen en we wandelen vaak in colonne, maar de watervallen zijn erg fraai. We maken een lange wandeling van drie uur, iets korter dan beoogd omdat we iets meer moeten fietsen. Met name de ondermeren zijn erg mooi met zeer hoge watervallen en houten vlonders langs de meren. We pakken de veerpont om een van de grotere meren over te steken.

Bij ingang no.2 keren we terug met het treintje. Er rijden regelmatig kleine bussen over een geasfalteerd pad. Dit is ook de makkelijkste en snelste weg om het park uit fietsen. Af en toe moet je opzij want de weg is niet echt breed, maar je hoort ze van verre aankomen. We fietsen over het volledig geasfalteerde pad verder, aan de achterkant zijn geen poortjes dus je zou zonder te betalen het park kunnen bezoeken ;-) Bij de boot wordt echter wel gecontroleerd, dus die zou je dan niet kunnen gebruiken.

Na het bereiken van de hoofdweg (52) volgt een heerlijk lange afdaling tot Otocac. Vlak voor Otocac blijkt de weg te zijn afgezet. De explosieven opruimingsdienst is er bezig met het opruimen van landmijnen. Het verkeer wordt omgeleid via een gravelweggetje dat langs nog meer mijnenvelden en spookdorpen voert. Het loopt al tegen zessen als we Otocac bereiken. Hier doen we wat inkopen en besluiten nog even iets verder te fietsen op zoek naar een sobe. Nog net voor het invallen van de duisternis bereiken we het dorpje Kuterova nabij Krasno en na wat vragen bij de plaatselijke supermarkt begeleidt ons iemand naar de plaatselijke herberg Butina. De familie Bukovac heeft ons al langs zien fietsen en we worden met open armen ontvangen. Terwijl onze bedden worden opgemaakt wordt sljivovica aangerukt en genieten van een uitgebreide 4 gangen maaltijd (voorgerecht, soep, grill met diverse soorten groenten en vlees bereidt op het houtsvuur) en een goed glas wijn. Na het toetje (een soort oliebol gevuld met pruimenjam) is het bedtijd. De kamer is ruim en doet niet onder voor een hotel en de fietsen mogen binnen in de hal gestald worden.

Regen

Vechten tegen de Bora

Magistrale

vrijdag 10 september Kuterevo - Azic lokva 43 km 965 hm

Na een uitgebreid ontbijt babbelen we nog wat met gastheer Tomo die al vroeg aan de sljivovica zit. Het blijft maar motregenen dus een vroeg vertrek zit er dit keer weer niet in. Vandaag vertrekken we laat vanwege de regen om half elf.

We ontmoeten een Belg die als vrijwilliger in het nabijgelegen berenpark werkt. In dit park leven circa zeven beren. Het blijkt dat de wilde beer, zelfs in dit Velebit nationaal park, vogelvrij is. Veel Polen en Tsjechen komen hier jagen op beren. Een beer levert al gauw 25000 euro op, wat voor de gemiddelde Kroaat een fortuin is. De achtergebleven beertjes worden opgevangen in het berenpark. Vanwege het slechte weer en ons krappe tijdsschema hebben we helaas geen tijd om het parkje te bezoeken en zodra het enigszins lijkt opgeklaard vertrekken we.

Via een erg steil binnenweggetje en komen we weer op de hoofdweg richting Krasno Polje. De bedoeling was om dwars door het Velebit nationaal park te fietsen naar de Alan pas, maar gezien de aanhoudende regen lijkt het ons verstandiger gewoon rechtdoor de pas over en dan meteen richting kust afdalen naar Sveti Juraj. Aan de andere kant van de berg is het vast droger en hebben we wind mee, is de gedachte. Dat blijkt inderdaad te kloppen, echter de wind is zo sterk dat we nauwelijks kunnen fietsen. De afdaling is al levengevaarlijk ook al omdat de wind af en toe gaat liggen en om de bocht je met 100 km per uur van de weg blaast. Voorzichtig dalen we over het natte wegdek af. Hoe lager we komen hoe droger het wordt. De wind gaat echter niet liggen.

Op de Jadranska Magistrala, de kustweg, is het gelukkig droog en met 19 graden een stuk aangenamer dan bovenin de bergen. We hebben echter dermate veel last van de Bora wind dat we hele stukken moeten lopen en ons vaak aan de vangrail moeten vastgrijpen om niet in zee te worden geblazen of te worden verpletterd door het drukke vakantieverkeer. Deze weg is zelfs in het naseizoen eigenlijk niet te doen.

De politie houdt Minko tegen en zegt dat we niet verder mogen fietsen vanwege de wind en dat is ook eigenlijk niet verantwoord. Lopend ploeteren we verder over de Magistrala. Na 2 uur zwoegen gooien we om vier uur 's middags het bijltje erbij neer bij Azic Lokva, slechts 9 km na de afdaling. Ons uiteindelijke doel voor vandaag, Starigrad, ligt nog zo'n 90km verder en dat halen we voor geen meter met deze wind!

Bij de bushalte is een sobere sobe en we hopen morgen op rustiger weer. In het ergste geval kunnen we altijd nog proberen te liften of de bus te pakken, hoewel de norse en onvriendelijke eigenaar van de sobe beweert dat het uitgesloten is met de fiets op de bus te stappen. In de sobe koken we de maaltijd met uitzicht op een prachtige ondergaande zon. De voor noodgevallen meegenomen boerenkoolstampot komt nu uitstekend van pas, want in de wijde omgeving is geen winkel of restaurantje te bekennen.

We maken alternatieve plannen want verder fietsen over deze drukke weg met die vreselijke wind is gewoon niet te doen.

Pag

Zaterdag 11 september Azic Lokva - Pag Dinjiska 71 km 740 hm

De Bora raast nog steeds over de kustweg en is nog niet gaan liggen. We besluiten weer verder te gaan want achterblijven in de Sobe met de onvriendelijke eigenaar willen we zeker niet. We lopen en fietsen af en toe. Na een uur zijn we 4 kilometer verder en bij een bushalte besluiten we te proberen te gaan liften. De 90 kilometer kost ons dus anders 22 uur. Meteen stopt er een bus die als eindbestemming het eiland Rab heeft. Daar moeten we niet heen, maar tot de afslag naar Jablanac is al weer 12 km verder.

De fietsen kunnen makkelijk onderin. De bus schudt ook door de wind hevig heen en weer, dus wij zijn niet de enige die er last van hebben. Twaalf kilometer verder stappen we bij een benzinestation weer uit. Bij de benzinepomp staan twee andere gestrande fietsers te wachten op beter weer. Nienke en Philip zijn de vorige dag vanuit Rab met de veerboot aangekomen in Jablanac, omhoog gefietst/gelopen naar de kustweg en hier ook in een sobe gestrand. We wisselen wat ervaringen uit en besluiten ook te wachten op beter weer. Ook campers, motoren en vrachtwagens kunnen niet verder door de storm en worden tegengehouden door de politie. Verderop richting Zadar schijnt er zelfs een brug te zijn afgesloten.
Na zo'n anderhalf uur wachten bij de afslag stopt er een bus naar Zadar. Er kunnen slechts 2 fietsen mee, maar de buschauffeur heeft haast en we besluiten uiteindelijk maar verder proberen te lopen/fietsen. Tegen twaalven is de wind is gelukkig wat in kracht afgenomen dus we wagen het erop.

Ruim een uur later bereiken we de haven van Prizna, zo'n 15 km verderop. Samen met Nienke en Philip nemen we de veerboot naar Zigljen op het eiland Pag, waar we hopen op minder wind. Het uitzicht vanaf de ferry is fantastisch, de wolken hangen als een deken boven de hoge bergen en de zee heeft witte schuimkoppen van de sterke wind.

Op het eiland Pag hebben we veel minder last van de Bora en eindelijk kunnen we weer lekker fietsen. We klimmen naar een helling van 150 meter. De rit door het woeste maanlandschap is adembenemend mooi en totaal anders dan het vaste land. Erg indrukwekkend.

Met een stevige rugwind verloopt de rit voorspoedig en kunnen we nog een behoorlijke afstand afleggen. In Pag is de camping helaas verdwenen maar het is nog redelijk vroeg om iets verder door te fietsen. Ongeveer halverwege het eiland slaan we de tenten op een kleine camping in het dorpje Dinjiska.

Er staat slechts een ander Duits/Italiaans echtpaar. Ze hadden gisteren een beroerde nacht gehad,waarbij de camper heen en weer schudde. We kunnen nog de was doen, maar moeten opletten dat de was niet de zee in waait. We zetten de tenten een beetje uit de wind op. Philip & Nienke zijn inmiddels ook op de camping gearriveerd en 's avonds wisselen we ervaringen en foto's uit. In het donker en uit de wind bij het toiletgebouw kunnen we een maaltijd klaar maken.

Zadar

Sibenik

Zondag 12 september Pag - Primosten 141 km 770 hm

De Bora is gaan liggen en het is een stralende dag met aangename fietstemperaturen. We fietsen nu weer aardig op schema, maar hebben wel het Paklenica Nationaal Park bij Starigrad moeten schrappen. De route naar Zadar gaat wat op en af met wat pittige klimmetjes. Nienke en Philip zien we nog een paar keer voorbij fietsen, zij zijn ook op weg naar Zadar. We struinen wat rond door het fraaie stadscentrum van Zadar en bewonderen op de boulevard het zee-orgel. Met de fiets lopen we het centrum in. Na Zader is de etappe  nagenoeg vlak. De kustweg is gelukkig niet zo druk en voert  langs andere aardige stadjes als Sibenik en Primosten. Ook Sibenik heeft smalle straatjes en indrukwekkende kerken. Aanvankelijk waren we van plan om bij Sibenik te kamperen of bij het Krka nationaal park. Omdat we wat achter op het schema liggen en het vandaag perfect weer is willen we toch wat verder fietsen. Ook ziet de camping Solaris nabij Sibenik er niet erg aantrekkelijk uit, een groot park achter in een industrie terrein. Langs de kust zijn gelukkig veel campings. Even voor Primosten zien we een grote camping, er wordt geadverteerd dat ze motor vriendelijk zijn. We besluiten om nog een stukje verder te fietsen. Hier vinden we een  leuke mini-camping Kampiraliste, alleen geschikt voor tenten. De tent-sites zijn op terrasjes gebouwd tegen de berghelling aan, en op loopafstand van het centrum van Primosten, een prachtig schiereilandje. 's avonds lopen we naar het dorp en eten in een restaurant een maaltijd en eten een Kroatisch ijsje.

Primosten

Salona

Split

Maandag 13 september Primosten Omis 92 km 491 hm

Mooie, vlakke rit langs leuke stadjes zoals Trogir. We parkeren de fietsen en wandelen door de smalle straatjes. Na Trogir verlaten we de drukke kustweg en fietsen langs de luchthaven van Split (een klein vliegveldje). Iets verderop volgen we de boulevard van de Kastella dorpen om de drukke hoofdweg te vermijden. We kunnen kilometers lang langs de rustige boulevard fietsen, een verademing t.o.v. de drukke kustweg.

Na wat industriegebieden parkeren we de fietsen bij de Romeinse ruïnes van Salona voor een korte rondwandeling. De Romeinse restjes zijn niet echt de moeite waard. Het amfitheater ligt op de rand van een woonwijk en zou je vanaf een achteraf weggetje gratis kunnen bekijken, om zodoende 20 kuna (2,50 euro) entreegeld te kunnen besparen ;-). Daarna over zeer drukke wegen naar hartje Split. Het oude centrum, dat is opgebouwd rond het Romeinse Paleis van Diocletianus  is erg toeristisch maar zeer de moeite waard. Na een uurtje hebben we het weer gezien en besluiten verder te fietsen.

Via drukke zesbaans autosnelwegen verlaten we Split. Het is even doorbijten, maar er zijn geen andere alternatieven om Split te verlaten. Even buiten Split wordt het gelukkig iets rustiger en bereiken we de kustweg richting Dubrovnik.

Het is dan even door fietsen naar Omis maar vrijwel helemaal vlak. In Omis, een gezellig kustplaatsje, vinden we een mooie kleine rustige camping dicht bij het centrum in de indrukwekkende canyon van de Cetina rivier (Auto camp Lisicina, Omis 5 euro pp). Omis is een aardig stadje, waar het 's avonds erg levendig is.

Omis

Sveti Jure

Dinsdag 14 september Omis - Makarska 106 km 2256 hm

We verlaten we Omis via het rechter dal van de Cetina en fietsen door een fraaie canyon. De Cetina heeft een diepe kloof geslagen door het landschap. We stijgen via twee behoorlijk stevige klimmen tot zo'n 250m hoogte. Het landschap is erg fraai met de hoge Sveti Jure op de achtergrond. We vinden een binnenweggetje via Slime tot de kustweg, zodat deze route uiteindelijk niet veel langer was dan die kustweg, maar wel een veel mooier en rustiger alternatief.

In Makarska, waar we om een uur of 12 aankomen, zetten we de tent op bij de pas gerenoveerde camping Kamp Jure en fietsen zonder bepakking verder richting de Sveti Jure in het nationaal park Biokovo. Met 1762m is dit de hoogste befietsbareberg van Dalmatië en de op één na hoogste berg van Kroatië.

Om de drukke kustweg te vermijden proberen we langs de boulevard te fietsen, maar dit houdt ontzettend op. Het is hierdoor al half twee als we pas aan de echte klim van zo'n 30km lengte beginnen.  We hoeven als fietsers geen entree te betalen. Het eerste stuk gaat geleidelijk door een bos. Daarna wordt de weg smaller en steiler en slingert zich spectaculair langs de rotswanden  met fraaie uitzichten op de kust. De weg is erg smal, een auto breed, en Minko wordt een paar keer bijna van de weg gereden. Met vele haarspeldbochten gaat het steil omhoog. Zonder bepakking gaat het natuurlijk veel makkelijker. Minko besluit halverwege op 1300 meter om te keren en ik fiets nog het laatste deel door. Het wordt nog een stuk steiler en ook het weer betrekt iets. Na een paar regenbuien klaart het gelukkig weer op. De puist ziet eruit als de Mont Ventoux van Kroatië, erg indrukwekkend. De laatste kilometer is nog behoorlijk lastig met zeer veel haarspeldbochten. Om half zes heb ik de top bereikt, dus net op tijd om nog voor donker af te dalen.

Woensdag 15. Makarska - Drace 84 km 1020 hm

We moeten erg lang wachten op het bonnetje van de campingbaas. Onderweg naar Ploce komen we nog een Engels koppel tegen die een rondje eilanden hebben gefietst en op de weg terug zijn naar Dubrovnik. Zij stonden ook op de camping in Makarska.

Door de oponthoud van een half uur in de ochtend missen we net de boot van 12u30 tussen Ploce en Trpanj op Peljesac, die we de haven uit zien varen als we naar de pont afdalen. In Ploce moeten we tot 15 uur wachten tot de volgende veerboot vertrekt en doen daarom wat boodschappen bij de plaatselijke supermarkt.

In de haven praten we nog met drie Franse fietsers die we eerder in Makarska hebben gezien. Broer en zus uit Toulouse en Pau zijn met een vriend op weg naar Istanbul, ze hebben nog een aantal weken te gaan.
De overtocht naar Peljesac is aangenaam, en op het schiereiland fietsen we over mooie fietsweggetjes langs de met wijngaarden bezaaide berghellingen. Het is zeer rustig op de wegen, een verademing na de drukke kustweg. De beoogde camping bij Prapatno halen we echter niet.

Nabij Drace wordt het al snel donker en moeten we op zoek naar een slaapplaats. In het plaatselijke cafe doen we wat navraag maar veel accomodatie is hier niet meer. Het seizoen is blijkbaar al voorbij. Ze verhuren natuurlijk liever voor een hele week en niet voor een nacht. Een vriendelijke jongen belt even rond en heeft wel een vriendje die nog accomodatie verhuurd. De locatie is echter weer 10 km terug en daar hebben we geen trek in. We besluiten om toch maar door te fietsen. Dan komen we langs een fastfood tent die ook kamers verhuurd. De eigenaar is bezig met het sluitelen aan zijn auto en lijkt niet erg geinteresseerd. We kunnen een kamer krijgen voor 40 euro zonder ontbijt en matige voorzieningen. De fietsen kunnen wel op slot in de kelder. Er zit niets anders op om hier maar te blijven en kunnen op de gang onze maaltijd klaar maken.

Dubrovnik

Donderdag 16 Drace - Dubrovnik - Kupari 90 km 996 hm

We starten om acht uur. Twee uur later fietsen we langs de camping bij Prapatno, deze is schitterend gelegen in een mooie baai. Dat was een mooiere overnachtingsplaats dan de ranzige Sobe. We dalen af naar Ston, beroemd op de zoutpannen en de grote muur. Deze is na de Chinese muur de langste in de wereld. De muur is 5,5 kilometer lang en er staan 40 torens en vijf forten. Daarna wordt het weer druk als we Peljesac verlaten en over de Jadranska Magistrala fietsen richting Dubrovnik. We bezoeken het oude centrum en bewonderen de oude gebouwen en de mooie straten. Na een uurtje hebben we het wel gezien en klimmen over drukke verkeerswegen uit het centrum. De weg is zeer steil en smal, gelukkig is het niet al te druk. Helaas is het wat heiig om van het uitzicht te genieten.
Even buiten Dubrovnik vinden we een lege en uitgestorven camping te Kupari. Als we denken hier wild te kunnen kamperen, duikt even later de campingbaas op. De camping is bijna afgesloten voor het seizoen, maar we mogen onze tenten wel laten staan (wel tegen betaling uiteraard). We hebben de enorme camping vrijwel voor ons alleen en koken uitgebreid in het leegstaande  restaurantgebouw.


Kotor baai

Kotor

vrijdag 17 september Kupari - Kotor 83 km 480 hm

Het is een warme zonnige dag, en een beetje heiig. De verkeersdrukte op de Jadranska houdt aan tot het vliegveld, daarna is de weg volledig verlaten en stil. Er is bijna geen grensverkeer en je ziet vlak voor de grens ook nauwelijks auto's uit Montenegro. De oorlog heeft nog steeds diepe wonden achtergelaten. We klimmen naar de grens en dalen Montenegro binnen bij Herceg Novi. Montenegro is heel anders dan Kroatie. Het is een totaal andere sfeer in Montnegro, er zijn veel meer jongeren op straat, en kinderen lachen om de ligfiets. Montenegro is stuk ruiger en minder aangeharkt dan Kroatië. Montenegro is een veel ruiger bergvolk dan de kroaten.

Na Herceg Novi is de verkeersdrukte wat minder en maken we een fraaie rit rond de baai van Kotor. De baai lijkt op Noorwegen, een diep fjord met steile bergen. We passeren Perast, een Venitiaans stadje. Voor Perast liggen de twee kleine eilandjes St. George en Gospa od Skrpjela.
We komen vroeg aan in Kotor waar we twee Russische vakantiefietsers  tegenkomen, deze fietsen verder naar Budva.  Na een korte rondwandeling door het centrum gaan we vroeg  op zoek naar een hotelletje nabij het  busstation. Daar duikt er een mannetje op die ons een sobe aanbiedt voor 20 euro. De sobe is prima, op loopafstand van het stadje gelegen, de mensen zijn aardig en geinteresseerd. De fietsen mogen op de binnenplaats gestald worden en we mogen van hun waslijn gebruik maken (die binnen de kortste keren vol hangt met onze wielerkledij). We hebben alle tijd om het aardige stadje te bezichtigen en eten in de binnenstad.

Skadar meer

Zaterdag 18 september Kotor Podgorica 102 km 1885 hm

Kotor hebben we zeer vroeg verlaten om 8 uur. Het wordt een van de mooiste ritten van de reis. Fraaie uitzichten op de baai en zeer veel foto stops. De weg slingert langs vele haarspeldbochten omhoog met fraaie uitzichten over de baai. Zeer lange klim van ruim 35 km geleidelijk omhoog vanaf nul naar 1550 meter. Een lieve hond heeft Minko nog de hele klim achtervolgt. Hij wilde graag mee. Zelfs in de afdaling liep de hond 30 km per uur. Uiteindelijk is hij aangehaakt bij andere fietsers. Bovenop de berg in het Lovcen nationaal park ligt het Mausoleum van Petar II Petrovic Njegos, te bereiken via een lange steile trap vanaf de parkeerplaats. De suppoost van het museumpje bewondert onze fietsbenen en laat vervolgens zijn enorme kuiten zien. “Van het traplopen” lacht hij.

Vanaf het mausoleum volgt een bochtige en onoverzichtelijke afdaling tot Cetinje, de oude hoofdstad van Montenegro. Na de oude hoofdstad Cetinje waar hordes schoolkinderen de ligger zitten aan te gapen gaat de afdaling over zeer smalle bochtige weggetjes tot Rijeka Cronejevica. Een zeer fraaie weg met uitzicht op het nationaal park van het Skadar meer.
De afdaling loopt via een steeds drukker wordende autoweg. Podgorica is een drukke stad met weinig bezienswaardigheden. Eerst Steves hostel bezocht. Niemand is aanwezig maar er staat een telefoonnummer op de deur. De achterbuurt bij het stadion is een beetje vervallen, niet de rijkste buurt van de hoofdstad. De buren zijn zo vriendelijk te bellen. De hostel ziet er niet zo goed uit en alleen de slaapzaal is nog vrij. Kamperen in de tuin is helaas niet mogelijk hoewel het wel op de website aangegeven staat.
We besluiten maar naar het andere adresje die we via booking.com hebben opgezocht te gaan, een paar kilometer verderop. In het donker fietsen en lopen we over voetpaden langs drukke snelwegen. Om kwart voor acht komen we aan bij hotel Ideal. Dit hotel is een prima accomodatie voor 40 euro met ontbijt en wireless lan. Daarna gaan we uit eten bij de lokale tent restaurant "Pod Orah” met streekgerechten. Totaal 7 uur en 18 minuten gefietst, dus wederom een zeer lange dag.

Albanië

Zondag 19 september Podgorica Albanië Selce 65 km 1224 hm

We staan vroeg op want een lange dag wacht.
Doel is diep in Albanie te gaan. Eerst fietsen we langs brede rechte wegen uit Podgorica, een stad die erg Amerika lijkt.
Naar de grens met Albanie wordt de weg zeer rustig en mooi langs het Skadar meer. Bij de grens zijn we zo door. Het dal begint verhard met een behoorlijke klim naar 800 meter. Daarna houdt het asfalt op. De afdaling die dan volgt is spectaculair de canyon in. Het lijkt op amerika Canyonlands met zeer veel haarspeldbochten. De afdaling is nauwelijks te fietsen erg veel los gravel en met 10 km per uur dalen af. De natuur is prachtig en we wanen ons buiten Europa of in een Kuifje in de jaren dertig.

In Tamare doen we wat noodzakelijke boodschappen zoals brood bananen, water en Ice tea. De Albaniers zijn zeer nieuwsgierig naar de ligfiets en iedereen wuift of roept ons toe. Vrouwen zijn tradioneel in zwart gekleed. De klim die daarna volgt is nauwelijks te doen en we moeten ruim twee uur lopen. Ons uiteindelijke doel Gusinje moeten we al snel laten varen. In Selce wordt het donker en een paar jongens geven aan dat we wel in het weiland kunnen wildkamperen. Ze zijn heel behulpzaam met het opzetten van de tenten. Een van de jongens tracht echter de toptas van Minko te stelen door deze in de greppel te gooien maar gelukkig hebben we het in de gaten. Je moet toch erg oppassen, de mensen zijn immers erg arm. Nadat we hebben gezegd dat we geen mobiele telefoon hebben en er voor hun niets te halen is haasten ze er vandoor. Nadat we snel iets hebben gekookt barst er een enorm noodweer los. Urenlang blijft het regenen en bliksemen. Van Albanese bandieten hebben we geen last want die wagen zich ook niet meer buiten met dit noodweer.

Montenegro: terug op het asfalt

Maandag 20 september Selce - Gusinje - Grbaja 36 km 799 hm

De volgende ochtend staan we vroeg op om te voorkomen dat we meer ongewenst bezoek krijgen. Om zeven uur zitten we op de fiets. We hebben weer ingesteld op een wandeldagje. Het eerste stuk is erg lastig. We leggen 10 km af in twee uur met het duwen van de fiets over zeer grof gravel. Er rijden een paar autos langs, voornamelijk mercedessen. Een huwelijks stoet komt toeterend langs, de mensen bieden sigaretten en sterke drank aan die we wijselijk afslaan. We schudden de handen en krijgen snoepjes van de bruid. Een hele aparte ervaring midden in de wildernis.


Na de pas nabij Lepushe wordt het wegdek beter. In het dorpje komen weer hordes kinderen op ons af en mogen ze Minko fiets proberen. We ontmoeten een Duitse motorrijder die ook een beroerde nacht heeft gehad in Vermosh. We waarschuwen hem voor het slechte wegdek, maar hij vertelt dat hij wel wat gewend is. De afdaling naar de grens met Montenegro valt mee. Bij de afslag naar Vermosh is men bezig de weg te renoveren, het wegdek wordt 2x zo breed maar het blijft erg grof gravel. Rond het middag uur passeren we de grens. Het avontuur in het wilde Albanie zit er op.

Meteen begint het asfalt en snel zijn we in Gusinje. Het dorpje doet zeer oosters aan met moskeen koffiebars met oude mannetjes en nog meer opdringerige kinderen. De streek wordt voornamelijk bewoond door etnische Albanezen. Minko wordt geinterviewd door een journalist en er worden veel fotos gemaakt van de ligfiets. Ook wil er een man met Minko op de foto. Na wat boodschappen fietsen we naar het Grbaja dal. Onderweg probeert een groepje kids ons nog te stoppen, om ook een proefritje te maken op de ligger. We fietsen er snel langs maar ze proberen toch nog mijn tassen te grijpen. Zoveel belangstelling is ook wel weer minder leuk.

De weg naar het Grbaje dal is gelukkig veel stiller en gaat na 8 km aardig steil naar de Eko katun lodge waar we voor 2 euro de tent op mogen zetten. Helaas is het wat bewolkt om van de mooie uitzichten te genieten. De maaltijd met wijn plus camping voor 22 euro voor 2 personen is een koopje. Tijdens het avondmaal in het restaurant spelen locals traditionele liederen en wordt het toch nog gezellig.

Komovi

Dinsdag 21 september Grbaja - Kolasin 87 km 943 hm

Dinsdag ochtend is het helaas nog bewolkt, dus we hebben weinig gezien van de mooie grbaja vallei. Dit dal is een van de meest spectaculaire streken in Europa, maar ook een van de wildste en afgelegen gebieden: de Prokletije mountain range. Er zijn nog recentelijk gletsjers ontdekt met spitse pieken. Ook heeft met name de Albanese kant een duistere historie.

Een Engelsman die ook bij eko katun verblijft, laat erg fraaie fotos zien, daar moeten we het nu mee doen. We vertrekken daarom met een steile afdaling terug naar Gusinje. We fietsen snel het dorp uit om opdringerige lui te voorkomen.
Na Andrijevica klaart het weer volledig op met warm weer en strak blauwe lucht. De klim langs het Komovi massief is erg geleidelijk en bijna zonder verkeer. We zijn al snel bij de top van de Tresjnivik pas op 1573 meter. Het weggetje is heerlijk verkeersarm maar wel worden we herhaaldelijk lastig gevallen door loslopende keffertjes die het vooral op de ligfiets hebben gemund. De afdaling begint rustig over redelijk asfalt. We worden ingehaald door een Lada Niva. Een dolenthousiaste man gooit al rijdende de rechter deur open zodat minko er niet langs kan. Hij ziet er erg bezopen uit. Hij begint te duwen en wordt zelfs handtastelijk en roept dat hij een testritje wil rijden. We kunnen ons ter nauwernood ontworstelen van deze opdringerige Montenegrein. De ligfiets is dus aardig in trek bij kindertjes, honden en dronken mannen.

In Kolasin, een wintersportplaatsje dat welvarender oogt dan Gusinje en omstreken, vinden we een prima Bike & Bed lokatie (Hotel Cile, 50 euro) in een rustig wijkje. Eindelijk gsm en wifi bereik zodat we onze avonturen van de afgelopen dagen kunnen doormailen naar het thuisfront.


Durmitor

Woensdag 22 september. Kolasin - Zabljak 87 km 1820 hm


Na een uitgebreid ontbijtbuffet in de bed & bike hotel weer zijn we vroeg vertrokken. Het is erg fris in de ochtend maar zonnig weer. Na een klein pasje volgde een lange mooie afdaling door de Moraca vallei met zeer veel tunnels. Bij de afslag naar zabljak waar een sobe en cafe gelegen is ontmoeten we twee engelse fietsende broers op weg naar istanbul. Een van de jongens is gevallen in een onverlichte tunnel. Ze hebben ook veel haast want ze moeten over zes dagen het vliegtuig halen en gaan uit van een gemiddelde van 160 km per dag.

Daarna gaan we weer omhoog over een zeer verkeersarme weg naar een naamloze pas van 1500m. Het weggetje is waanzinnig mooi. Zeer fraaie natuur met uitzicht op de Kapa Moraca met allemaal puntige bergen en tafelbergen. De weg slingert in een aantal steile passages van ongeveer 10% omhoog, een van de mooiste passen tijdens deze tocht. De tunnel semolj die op de kaart staat aangegeven bestaat nog niet en is ook niet in aanbouw. Op de top is er helaas weinig uitzicht.

Na een hobbelige afdaling via een smal weggetje vanaf Tusina richting Zabljak. Het fraaie Durmitor massief komt steeds dichter in zicht. Tussen Kolasin en Zabljak zijn bijna geen foerage mogelijkheden, dus we zijn door al onze voorraden heen. Het laatste stuk duurt ook wat langer dan verwacht en gaat nog aardig omhoog.

Ineens belanden we op een splinternieuwe snelweg die nog niet op de kaarten staat. Het is al rond zes uur als we nabij het centrum van Žabljak opzoek gaan naar een sobe. Een man spreekt ons aan, hij beheert een nieuwe camping (Autocamp Razvrsje) 1 km voor Žabljak waar je de tent voor 2 euro kan neerzetten en ze verhuren ook sobes voor 7 euro. Het is iets te koud om te kamperen, dus zoeken we iets in het centrum. Geen probleem, hij kent wel iemand vlakbij die kamers verhuurt. Nadat we de sobe hebben (af)gekeurd, blijken er in dezelfde straat nog meer sobes te liggen. Uiteindelijk vinden we even verderop een prima sobe vinden voor 9euro pp. bij mevrouw Šibalic, Njegoševa 23, Žabljak. Iedereen in Zabljak is zich aan het voorbereiden voor een koude winter en staat een voorraad hout te verzamelen om een heel jaar door te komen. Overal ruik je ook de houtkachels. We eten bij hotel Javor een smakelijke maaltijd. Bij plaatselijke blokhut, summit Agency, kunnen we via een onbeveiligd draadloos netwerk onze mail checken en versturen.


Durmitor

Donderdag 23 september Zabljak - Foca 100 km 1015 meter hoogteverschil

De dag begint bewolkt door de mist. Het is erg koud ruim onder de tien graden en zijn blij dat we een warme sobe hebben. Voordat we gaan fietsen drinken we een nog een koffie bij de eigenares van de sobe. Hoewel we elkaars taal niet spreken kunnen we elkaar prima begrijpen, nema problema. Als we starten hebben we nog alle warme kleren aan maar al snel kunnen we deze opbergen. De klim naar de Sedlo pas is prachtig en prima geasfalteerd. Zelfs een grote bus met finnen rijdt naar boven en een spaanse camper die we de hele dag tot foca zullen ontmoeten. We maken vele foto's en videos. De klim is niet al te lastig omdat je al op 1500m begint. Na de pas op 1908 m waar we om 11 uur arriveren is een korte afdaling naar 1700m om daarna weer naar 1880 te stijgen. De andere kant van het Durmitor massief is iets minder ruig met veel grasvelden. We dalen niet af naar Tsra maar slaan eerder links af en dalen steil af naar het Pivsko Jezero meer. Vanaf boven hebben we fantastisch mooie uitzichten op de diepe kloof. Via een aantal korte onverlichte tunneltjes kronkelt de weg naar het meer. Omdat er tot aan foca geen voorzieningen meer zijn klimmen we ongeveer een km naar Pluzine. Hiet zijn alle voorzieningen aanwezig en slaan we onze voorraden in. Om twee uur keren we terug naar het meer waar we vele tientallen onverlichte tunnels moeten passeren. De langste is 420 m lang met een bocht dus daar heb je zeker verlichting nodig.
De weg gaat continu op en af en is zeker niet vlak. Bij scepan polje bereiken we de grens. Ook is hier de eerste raftcamp gelegen. Er volgen nog drie, waarbij de laatste erg groot is maar waar je een heel stuk naar de rivier moet afdalen. We verkiezen ervoor om door te fietsen naar Foca. Daar komen we net voor donker om zes uur aan. Dit is een grauwe stad en vinden daar hotel Zelengora, een echt oostblokbunker. Voor 70 kn (36 euro) krijgen we een zeer ruime kamer waar we s avonds ook ons eten kunnen koken.

Wat recente historie van Foca, wat een en ander in een ander perspectief plaatst en de sfeer in de stad bevestigd:
In de gemeente Foca vonden zeer brutale oorlogsmisdaden plaats aan het begin van de Bosnische Oorlog. De politie van de zelf uitgeroepen Servische Republiek van Radovan Karadzic, gesteund door het Joegoslavische leger onder leiding van Slobodan Milosevic, viel Foca aan in april 1992. De stad brandde uit voor de ogen van de televisiecamera's.
In de dagen die volgden werden mensen uit de burgerbevolking opgesloten in kampen, gemarteld, gemoord en verkracht. Ook de naam van het stadje werd veranderd in Srbinje. Vandaag is het stadje bijna volledig etnisch Servisch. In een rapport van Human Rights Watch uit Juli 1998 werd Foca "A Closed, Dark Place" genoemd. Sommige oorlogsmisdadigers uit Foca zijn ondertussen berecht door het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag en het Hof van Bosnië en Herzegovina in Sarajevo. Nog meer informatie over met name hotel Zelengora, wat een vluchtelingenkamp blijkt te zijn: Zelengora


Pivsko Jezero

Vrijdag 24 september Foca - Sarajevo 75 km, 802 meter hoogteverschil
Het ontbijt is erg karig en het personeel heeft een vrij starre bediening, "Dzjem med butter", maar dat is logisch als je de historie van het plaatsje en het hotel kent.

De weg naar Sarajevo is redelijk rustig. Door de laag hangende bewolking is er weinig uitzicht. Hier zijn ook een paar tunnels en een zeer lange van ongeveer een kilometer, maar deze is gelukkig verlicht en we hebben geen verkeer in de tunnel. De klim gaat in een aantal passages naar 1163 meter maar is nergens erg steil. Het laatste stuk van de pas gaat met een aantal ruime bochten omhoog.
Na de pas dalen we snel af. Het weer is opgeklaard en er zijn geen noemenswaardige stijgingen meer. Via een aantal binnenweggetjes arriveren we op de camping oaza vlak bij het vliegveld in Ilidza. Langs het vliegveld is nog veel oorlogsschade te zien. Veel huizen hebben nog kogelgaten en niet alle gebouwen zijn hersteld.

We zijn al om 3 uur op de camping en besluiten nog de oude stad te bezoeken (Bascarsija). Dit keer zonder fiets maar met tram 3 die vanuit het centrum van ilidza rechtstreeks naar de oude binnenstad gaat.Veel van die trammetjes blijken Amsterdamse afdankertjes van het GVB te zijn. Sarajevo heeft een gezellige opgeknapte binnenstad die erg oosters aandoet. We wanen ons bijna weer in Istanbul. In een lokale tent genieten we voor weinig geld van een heerlijke grill schotel. Een mooie stad om de tocht te beëindigen.

Sarajevo

Zaterdag 25 september Sarajevo

Na wat inkopen te hebben gedaan in het centrum afscheid genomen van de kat, die ons de hele nacht heeft vergezeld in en op de tent. Vervolgens fietsen we door de motregen naar het vliegveld, dat gelukkig niet ver ligt van de camping (kwartiertje fietsen). Na de fietsen op de gebruikelijk wijze geprepareerd te hebben gaat alle bagage op de weegschaal, 36 kg voor onze tassen, 16 kg voor de Cannondale, en bijna 20kg voor de Wizard.

Sarajevo-Keulen airport (Germanwings vlucht)

Met wat vertraging vertrekt het vliegtuig, om even voor half acht landen we in op de luchthaven van Keulen. De fietsen arriveren in prima staat en zijn snel in elkaar gezet, zodat we nog proberen om de laatste treinverbinding naar Utrecht (via Venlo) van 20.30u te halen.

Keulen-Mönchengladbach-Viersen-Venlo-Eindhoven-Utrecht (trein)

Na een lange wandeling door de terminal gebouwen van Keulen/Bonn airport zelfs nog een trein eerder van 20 uur gehaald, die rechtstreeks naar Mönchengladbach gaat. In Mönchengladbach verloopt het vervolg niet zo soepeltjes meer, de treinen naar Venlo zijn uitgevallen en moeten we bijna een uur wachten. Een oudere vrouw is net terug van haar reis op familiebezoek naar Roemenië. Ze geeft aan dat dit vaker op dit traject gebeurt. Na een tijdje wachten tussen dronken Borussia fans en drugstoeristen, met een andere trein eerst richting Essen en dan overstappen in Viersen voor de stoptrein naar Venlo. Overstaptijden slechts 5 minuten en helaas niet op dezelfde perrons. Gelukkig zijn er liften in Mönchengladbach en Viersen. In de trein van Viersen naar Venlo blijken we ook geen Zusatz ticket voor het traject Kaldenkirchen-Venlo te hebben: het Schönes Wochenend ticket geldt alleen tot Kaldenkrichen, niet tot Venlo. Gelukkig knijpt de conducteur een oogje dicht en blijft de boete van 50 euro pp achterwege. Via Eindhoven waar we net de trein naar Utrecht halen, arriveren we na een vermoeiende treinreis om 1.30 uur in Utrecht.

 

 

De statistieken

 

 

km

tijd

hoogtemeter

gemiddeld

max

 

Munchen

23,4

 

 

 

 

1

St Kanzien

27,7

1:40:42

141

16,4

 

2

Luce

72,7

5:02:06

1329

14,4

52,7

3

Zuzemberk

115,9

6:57:26

827

16,5

57,4

4

Slunj

126,6

7:03:03

1101

17,9

51,6

5

Kuterevo

95,0

5:38:54

1042

16,8

53,5

6

Azic Lokva

43,3

3:39:30

965

11,8

47,7

7

Pag

68,0

4:45:00

740

13,0

71,5

8

Primosten

140,9

7:13:51

770

19,4

60,5

9

Omis

91,7

5:22:28

491

17,0

47,2

10

Makarska

105,9

6:54:25

2256

15,3

50,8

11

Drace

84,2

4:57:05

1020

17,0

53,1

12

Kupari

89,7

5:22:43

996

16,6

57,7

13

Kotor

82,9

4:50:57

480

17,1

52,2

14

Podgorica

101,8

7:18:20

1885

13,9

62

15

Selce

65,9

7:07:52

1224

9,2

40,7

16

Gusinje

36,2

4:53:53

799

7,3

 

17

Kolasin

86,4

5:15:27

943

16,4

45,6

18

Zabljak

86,8

6:23:14

1820

13,2

56,6

19

Foca

100,6

6:11:11

1015

16,2

52,4

20

Sarajevo

75,5

4:26:55

862

16,9

47,7

 

Utrecht

8,5

0:40:35

 

12,5

24,8

 

Totaal

1.729

111:05:02

20.706

 

 


© 2010 Luddo Oh